Les 14. Het ervaren van eenheid met en identiteit in Jezus
Vraag 3 en 4
De komende lessen zullen wij zien hoe de manieren van de wereld om ons vast te zetten in identiteiten die gerelateerd zijn aan onze worsteling met zonde, eenvoudigweg manieren zijn waarop de satan ons slaaf laat zijn, terwijl de waarheid van Gods Woord, als het gaat om onze echte identiteit in Christus, ons vrij zal maken;
en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.
Johannes 8:32
God's bekrachtigende genade
Laten we dan nu beginnen.
Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.
Romeinen 6:1-4
Paulus had de Romeinen daarvoor al geleerd dat “waar de zonde is toegenomen, daar is de genade meer dan overvloedig geweest” (Romeinen 5:20). Het is gebruikelijk voor nieuwe gelovigen om dit op een verkeerde manier te begrijpen en dat zij dan uiteindelijk een verkeerde kijk op genade krijgen; dat zij geloven dat zij kunnen blijven zondigen, kunnen blijven vallen, hun begeerten kunnen blijven bevredigen, omdat de genade dat allemaal bedekt. Dat is een misverstand, als het om genade gaat. De waarheid in het Evangelie is dat wij anders leven en dat genade ons in staat stelt om te veranderen: Want de zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen, (12) en leert ons de goddeloosheid en de wereldse begeerten te verloochenen en in deze tegenwoordige wereld bezonnen, rechtvaardig en godvruchtig te leven,
Titus verzen 2:11-12
Vraag 3. Wat doet Gods genade voor een gelovige volgens Titus verzen 2:11-12?
Vraag 4. Welk argument gebruikt Paulus in Romeinen 6:2 om een verkeerd begrijpen van genade te corrigeren?