Les 28. Wandelen door de Geest – een terugblik
Vraag 4
Een Zoon-verheerlijkende dienaar
Ik vind het zo mooi om het volgende voorbeeld dat precies over dit onderwerp gaat, met jou te delen. Het begint in Genesis 22 waar wij de vader (Abraham) zien die zijn zoon Izak meeneemt voor een reis van drie dagen. Aangekomen bij een bepaalde berg (in hetzelfde gebergte als de heuvel Golgotha!) gaat hij zijn zoon offeren. Zo beproeft God Abraham.
Dan zien wij de zoon, Izak, die drie dagen lang onder een doodsvonnis gebukt gaat. Samen met zijn vader gaat hij de heuvel op, terwijl zijn vader het hout voor het offer op zijn schouders heeft gelegd, het hout waarmee hij geofferd gaat worden en dat moet hij naar boven dragen, naar de top, waar hij moet sterven.
Maar wonder boven wonder, stopt God het offeren precies op het moment dat Abraham op het punt staat om met zijn mes Izak te doden. Abraham ontvangt, op de derde dag, zijn zoon “als het ware daaruit (=de dood) ook terug.” (Hebreeën 11:19)! Dit verhaal staat in de Bijbel om ons het prachtige Evangelie van Jezus Christus te laten zien. Hier kunnen wij Schoonwassen bij het kruis, als wij zien hoe Christus vrijwillig Zijn kruis de heuvel Golgotha opdroeg, om daar te sterven als ons zoenoffer. Op de derde dag ontvangt de Vader Zijn Zoon terug uit de dood; Hij heeft onze eeuwige erfenis veiliggesteld en Hij neemt vervolgens plaats aan de rechterhand van God.
Maar het onderwerp van vandaag richt zich op wat er vervolgens in het leven van Abraham en Izak gebeurt.
Wij lezen hierover in Genesis 24:
Abraham nu was oud en op dagen gekomen en de HEERE had Abraham in alles gezegend. Toen zei Abraham tegen zijn dienaar, de oudste van zijn huis, die alles wat hij had, beheerde: Leg toch uw hand onder mijn heup. Ik wil u laten zweren bij de HEERE, de God van de hemel en de God van de aarde, dat u voor mijn zoon geen vrouw zult nemen uit de dochters van de Kanaänieten te midden van wie ik woon, maar dat u naar mijn vaderland en mijn familiekring gaat om voor mijn zoon Izak een vrouw te nemen.
Genesis 24:1-4
Hier lezen wij hoe de vader zijn dienstknecht naar een ver land stuurt om een bruid te vinden voor zijn zoon. Als wij vervolgens de rest van het verhaal lezen, dan zien wij hoe God deze dienstknecht op een bijzondere manier rechtstreeks leidt naar de vrouw die God als vrouw voor Izak had gekozen – Rebekka!
Maar wat echt prachtig is, is hoe de dienstknecht Rebekka voor zich tracht te winnen door te spreken over de zoon. Dat is de boodschap van deze dienstknecht en als zij allemaal gaan zitten voor de maaltijd, dan wil hij niet gaan eten, maar eerst Rebekka alles vertellen over zijn meesters zoon!
Daarna werd hem te eten voorgezet, maar hij zei: Ik zal niet eten voordat ik mijn woorden gesproken heb.
Laban zei: Spreek.
Toen zei hij: Ik ben een dienaar van Abraham. De HEERE heeft mijn heer rijk gezegend, zodat hij een aanzienlijk man geworden is; Hij gaf hem kleinvee en runderen, zilver en goud, slaven en slavinnen, kamelen en ezels. Sara, de vrouw van mijn heer, heeft mijn heer een zoon gebaard toen zij oud was, en alles wat hij heeft, heeft hij hem gegeven.
Genesis 24:33-36