Les 10. Gewassen door Jezus

Vraag 3

Ik wilde wanhopig vrij zijn van deze slopende manier van leven, maar elke oplossing die ik probeerde, bleek niet meer dan een lege huls te zijn.
De wereld wilde dat ik mijzelf schoon zou maken en de religie wilde dat ik zou gehoorzamen om rein te worden. Het lukte mij geen van beide. “Er is soms een weg die iemand recht schijnt, maar het einde ervan zijn wegen van de dood.” (Spreuken 14:12).
God liet mij echter zien dat er een Weg naar vrijheid is die effectief en blijvend is! De manier die werkt, de weg die ons schoonwast van de schuld, de weg die de vicieuze cirkel doorbreekt, is Schoonwassen bij het kruis van Jezus Christus.
Jezus verandert onze harten, Schoonwassen bij het kruis vernedert ons en maakt ons vrij, niet alleen van zondige gewoonten, maar ook van de liefde voor de zonde.
Laten we samen naar het volgende Bijbelgedeelte kijken. Lees het aandachtig door:
“En vóór het feest van het Pascha, toen Jezus wist dat Zijn uur gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader, heeft Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde. (2) Toen dan de maaltijd plaatsvond en de duivel Judas Iskariot, de zoon van Simon, al in het hart gegeven had Hem te verraden, (3) stond Jezus, Die wist dat de Vader Hem alle dingen in handen gegeven had en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heen ging, (4) op van de maaltijd, legde Zijn kleren af, nam een linnen doek en deed die om Zijn middel. (5) Daarna goot Hij water in de waskom en begon de voeten van de discipelen te wassen en af te drogen met de linnen doek die Hij om Zijn middel had. (6) Zo kwam Hij bij Simon Petrus en die zei tegen Hem: Heere, wilt Ú mij de voeten wassen? (7) Jezus antwoordde en zei tegen hem: Wat Ik doe, weet u nu niet, maar u zult het later inzien. (8) Petrus zei tegen Hem: U zult mijn voeten in der eeuwigheid niet wassen! Jezus antwoordde hem: Als Ik u niet was, hebt u geen deel met Mij. (9) Simon Petrus zei tegen Hem: Heere, niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd. (10) Jezus zei tegen hem: Wie gebaad heeft, heeft slechts nodig dat zijn voeten worden gewassen, want hij is al geheel rein. En u bent rein, maar niet allen. (11) Want Hij wist wie Hem verraden zou; daarom zei Hij: U bent niet allen rein. (12) Toen Hij dan hun voeten gewassen had en Zijn kleren weer had aangedaan, ging Hij weer aanliggen en zei tegen hen: Ziet u in wat Ik aan u gedaan heb? (13) U noemt Mij Meester en Heere, en u zegt het terecht, want Ik ben het. (14) Als Ik dan, de Heere en de Meester, uw voeten gewassen heb, moet ook u elkaars voeten wassen. (15) Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat ook u zult doen zoals Ik voor u heb gedaan. (16) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Een dienaar is niet meer dan zijn heer, en een gezant niet meer dan hij die hem gezonden heeft. 17 Als u deze dingen weet, zalig bent u als u ze doet.” (Johannes 3:1-17).

Vraag 3. Johannes vers 13:1 laat de reden van Jezus Christus zien om te doen wat er in dit hoofdstuk plaatsvindt. Wat was deze reden? Maak de zin af: heeft hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij had, tot het einde.

Log in / maak een account aan to enroll or continue where you left off.


Puur Leven Bootcamp