Les 5. Het strijdplan van de Heer
Vraag 4
Als christenen moeten wij kijken naar de Heer en van Zijn plan leren om te overwinnen. Doen wij dit niet, dan eindigen wij uiteindelijk in het luisteren naar de raad van de wereld en doen wij alleen maar wat ons logisch voorkomt tot onze eigen schade. De wereld heeft geen ervaring met het dood zijn voor de zonde en met de opstanding in een nieuw leven of met het wandelen door de Geest van God, opdat wij niet toegeven aan de lusten van ons vlees.
De Heer kan ons tot de overwinning leiden op manieren die voor de wereld geen enkele zin lijken te hebben. Net zoals het antwoord van God op het zondeprobleem van de mens was om Zijn Zoon aan het kruishout te laten spijkeren, Hem te veroordelen en Hem te doden. De wereld kijkt naar die gebeurtenis en kan het niet begrijpen, het lijkt dwaas en irrelevant.
Wij zagen hiervoor dat de strijd om Ai niet goed afliep; laten we nu kijken naar één die wel goed afliep. Als wij naar dit verhaal kijken, onthoud dan dat wij kijken naar wat het inhoudt om naar de Heer te kijken (niet naar de mens), als het gaat om de overwinning te behalen in de strijd.
“Josafat werd bevreesd en hij richtte zich erop om de HEERE te zoeken. Hij riep een vasten uit in heel Juda. (4) En Juda werd bijeengeroepen om bij de HEERE hulp te zoeken. Zij kwamen zelfs uit alle steden van Juda om de HEERE te raadplegen.” (2 Kronieken 20:3-4).
Josafat is vast voorgenomen om de Heer te raadplegen! In de volgende verzen bidt Josafat tot God, herinnert hij God aan Zijn Woord dat belooft dat het beloofde land het erfdeel is van de Israëlieten en dan beëindigt hij dat met deze uitspraak: "In ons is immers geen kracht tegen deze grote troepenmacht die op ons af komt, en wij weten niet, wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht." (2 Kronieken 20:12).
Hier erkende Josafat vrijuit dat de vijand machtig en sterk was en dat zijzelf geen macht hadden of kennis om iets te kunnen doen.
Beste student, het is niet erg om te erkennen dat wij een machtige tegenstander hebben en dat wij niet weten hoe wij hem kunnen verslaan. Soms hebben wij al jaren vastgezeten in de slavernij van de zonde, totdat wij erkennen dat al onze menselijke inspanningen, al onze plannen, alle oplossingen ons nooit vrij hebben gemaakt. Dit is een goede houding voor God: dat wij volledig van Hem afhankelijk zijn als het gaat om de overwinning.