Nadat Adam en Eva gezondigd hadden, werden hun ogen geopend en zij wisten dat zij naakt waren (Genesis vers 3:7). Meteen probeerden zij om zichzelf te bedekken door bladeren aan elkaar te rijgen, maar al hun inspanningen om zich daarmee te bedekken en zich voor God te verbergen waren zonder succes.
Adam en Eva probeerden hun naaktheid te bedekken door zich met echte vijgenbladeren te bekleden, maar als wij hierover nadenken, dan staan deze bladeren symbool voor ‘werken’, menselijke inspanningen om zichzelf te bedekken na hun zonden. Maar nogmaals, Genesis vers 3:21 leert ons dat hun pogingen om zichzelf te verbergen niet werkten, omdat God hen kleedde met dierenvellen.
Hoewel het Woord niet expliciet zegt dat God een dier doodde, zien we toch uit de context van de rest van de Bijbel dat Hij wel dierenhuiden gebruikte, dus moet er wel een dier opgeofferd zijn. God heeft een ander gedood in de plaats van Adam en Eva.
Hier treffen wij dan ook de toepassing aan voor ons eigen leven. Als wij zondigen, dan voelen wij ons naakt en ontdekt. Wij willen ons verbergen of wij willen het zelf weer recht zitten door onze eigen inspanningen. Maar God is goed en barmhartig. Hijzelf zorgt voor een oplossing voor ons zondeprobleem. Het kruis van Jezus Christus laat zien dat God “… plannen uit(denkt) zodat de verstotene niet van Hem verstoten blijft.” (2 Samuel vers 14:14).
God liet Adam en Eva niet in hun naaktheid staan. Hij doodde een plaatsvervanger om zowel hun zonden te bedekken als hen te kleden, opdat zij niet vervreemd van God zouden blijven. God heeft dit eerste offer gebracht om te laten zien dat Hij van plan is ons allen te redden. Dat is het Evangelie in de vorm van een verhaal.
Adam en Eva zondigden en meteen voelden zij zich naakt en schaamden zij zich. Zij probeerden eerst om dit met bladeren te verbergen en vervolgens probeerden zij elkaar de schuld te geven. Niets van dit alles werkte om zichzelf te rechtvaardigen voor God. Het Nieuwe Testament maakt duidelijk dat dit ook voor ons geldt:
Wij kunnen niet door onze werken rechtvaardig worden voor God. Dat zijn de “vijgenbladeren” van onze inspanningen, maar dat kan alleen door een Plaatsvervanger, namelijk Jezus:
“Want ook wij waren voorheen onverstandig, ongehoorzaam, dwalend, verslaafd aan allerlei begeerten en hartstochten, levend in slechtheid en afgunst, hatelijk en elkaar hatend. (4) Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is (5) maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. (6) Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker,” (Titus verzen 3:3-6).
Vraag 5. Waardoor heeft God ons volgens Titus vers 3:5 gered?