Les 14. Het overdragen van het Evangelie door woorden van leven

Vraag 3 en 4

Wat er in ons hart leeft, komt uiteindelijk uit onze mond tevoorschijn. Deze waarheid komt aan het licht als er tegenslag ontstaat.
Als wij zelfrechtvaardiging in onze harten hebben, dan zullen onze woorden hard en veroordelend zijn richting hen die tegen ons zondigen. Het tegenovergestelde is ook waar, namelijk dat als de liefde van Jezus in onze harten leeft, dan zal de manier waarop wij spreken nederig en vriendelijk zijn, ook al ontmoeten wij tegenstand.

Vraag 3. Als jij nadenkt over wat jij de laatste tijd tegen jouw echtgenoot hebt gezegd, wat zegt dit dan over wat er gaande is in jouw hart? Deel dat hier eens met ons.

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Ik ben zo verdrietig als ik denk hoe het kwaad van booscheid, jaloersheid, bitterheid en angst ooit mijn hart vulde en nog veel meer als ik denk hoe dit kwaad over mijn lippen kwam in de vorm van kwetsende woorden.
Dus, wat moeten wij doen als wij ontdekken dat het kwade in onze harten zit en niet het goede? Wij weten dat wij dan moeten veranderen, maar hoe? Er is een oplossing voor dit probleem en dit zien wij terug in de vorm van een verhaal in het Oude Testament. Lees het maar met mij mee:
“Toen Elisa weer in Gilgal kwam, was er honger in het land, en de leerling-profeten zaten voor hem. Hij zei tegen zijn knecht: Zet de grote pot op het vuur en kook soep voor de leerling-profeten. (39) Een van hen ging naar het veld om groenten te plukken. Hij vond een wilde slingerplant en plukte daarvan wilde kolokwinten, zijn kleed vol. Hij kwam terug en sneed ze in stukken in de soeppot, hoewel zij niet wisten wat het was. (40) Daarna schepte men voor de mannen op om te eten. Het gebeurde nu, toen zij van die soep aten, dat ze het uitschreeuwden en zeiden: Man Gods, de dood is in de pot! Zij konden het niet eten. (41) Maar hij zei: Breng dan meel. En hij wierp het in de pot en zei: Schep het voor de mensen op om te eten. Toen was er niets verkeerds meer in de pot.” (2 Koningen 4:38-41).
In 2 Koningen 4 lezen wij hoe Elisa en een grote groep leerling-profeten bij elkaar zijn. In die tijd was er hongersnood in het land en het op zoek zijn naar eten was een noodzaak, maar deze keer was er een probleem. Zij hadden een soep gemaakt, maar deze soep bevatte wilde en giftige kolokwinten en toen zij haar proefden, ervoeren zij de bitterheid van “de dood (die) in de pot (was)”.

Vraag 4. Wat deed Elisa volgens 2 Koningen 4:41 om dit probleem op te lossen?

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.

Een Verenigd Front