God is niet alleen vriendelijk omgegaan met de Israëlieten, maar Hij is op dezelfde manier met ons omgegaan. Titus stelt dat als volgt:
“Want ook wij waren voorheen onverstandig, ongehoorzaam, dwalend, verslaafd aan allerlei begeerten en hartstochten, levend in slechtheid en afgunst, hatelijk en elkaar hatend. (4) Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, (5) maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. (6) Die heeft Hij in rijke mate over ons uitgegoten door Jezus Christus, onze Zaligmaker,” (Titus verzen 3:3-6).
Wij waren dwaas en ongehoorzaam, dwaalden, waren slaven van onze verscheidene lusten, kwaardaardig, afgunstig, gehaat en haatdragend. Misschien is één of zijn meer van deze beschrijvingen op dit moment van toepassing op jouw echtgenoot, maar de werkelijkheid is dat wij allemaal zo zijn geweest.
Ik kan mij nog goed de tijd herinneren waarin ik haatdragend was naar mijn man. Ik hakte op hem in, ik zei dingen die waar waren, maar die woorden waren onvriendelijk en hatelijk. Zodra de woorden over mijn lippen kwamen, voelde ik hoe de Geest van Jezus mij aan het kruis van Christus herinnerde. Het was alsof God zei: “Was ik gemeen voor jou? Heb ik jou jouw zonde nagedragen? Nee, in vriendelijkheid, heb ik een weg gemaakt voor jouw herstel.”
Toen ik zo nadacht over mijn zonde van onvriendelijkheid, wilde ik mijn man de schuld geven. Als hij niet onrein was geweest, dan had ik per slot van rekening geen reden om onvriendelijk te zijn. Maar na een tijdje liet God mij zien dat de zonde van mijn man tegen mij niet de oorzaak was van mijn worsteling met zonde (Lukas 6:45).
Deze reis naar reinheid die ik samen met mijn man maakte, was voor mij een weg van nederigheid. Ik meende altijd dat ik best wel een goede christen was, maar God gebruikte het trauma van de ontrouw van mijn man om zonden die verborgen waren in mijn eigen hart, te onthullen. Hoewel dit een pijnlijk proces was, was het ook een tijd van intense geestelijke groei. Ik zocht in wanhoop de nabijheid van de Heer, ik zocht Zijn vergeving en Zijn genade die mij overeind moest houden, zodat ik meer en meer de weg van Christus kon leren en ook kon leren hoe ik zelf een echte helper voor mijn man kon worden. God is trouw en Hij heeft mij veranderd en dat blijft Hij ook doen door Zijn genade. Hij zal hetzelfde voor jou doen, als jij Hem daarom vraagt.
Vraag 5. Moet jij ook vergeving vragen aan God, omdat jij niet vriendelijk bent of bent geweest tegen jouw echtgenoot? Zo ja, wil jij dan hier jouw gebed uitschrijven of je gedachten met ons delen?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.