Les 4. Hoe een hulp te zijn
Vraag 1 en 2
Welkom terug in de cursus. Wij gaan nu verder in de liefde van God, in nederigheid en door de kracht van het Evangelie om met onze echtgenoten een verenigd front te vormen tegen de duivel en al zijn sluwe plannen.
Laten we om te beginnen samen gaan kijken waar het idee van 'Een Verenigd Front’ vandaan komt. Dat man en vrouw een team zouden vormen is Gods ontwerp vanaf het begin. Wij kunnen dit lezen in Genesis vers 2:18: “Ook zei de HEERE God: Het is niet goed dat de mens alleen is; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand tegenover hem.” God zei dat het niet goed was dat een man alleen zou zijn en dus schiep Hij de vrouw als zijn hulp. Deze waarheid wordt in 1 Korinthe 11:9 benadrukt, waar ons geleerd wordt dat de vrouw omwille van de man geschapen is.
Jij denkt nu misschien: “Dit weet ik al lang, maar wij hebben het hierover zonde. Mijn man moet verantwoordelijkheid nemen voor zijn eigen zonde en hiermee afrekenen.” Dat is waar, Romeinen 14:12 leert ieder van ons dat wij onszelf voor God dienen te verantwoorden.
Maar het is ook waar dat, als wij getrouwd zijn, wij één worden met onze echtgenoot en deze eenheid maakt ons verantwoordelijk tegenover God om onze man te helpen bij alle dingen, dus ook bij het overwinnen van de worsteling met zonde (Genesis vers 2:24, Efeze 5:31).
Nu wij zien dat wij onze echtgenoot kunnen en moeten helpen in zijn strijd met de zonde, laten we dan nu samen kijken naar manieren waarop wij kunnen helpen.
De eerste en meest belangrijke manier waarmee wij onze echtgenoot kunnen helpen is door zelf iemand te worden die het Evangelie centraal stelt. Hebreeën 12:1-3 legt dit uit:
“Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, (2) terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. (3) Want let toch scherp op Hem Die zo'n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.”
Vraag 2. Naar wie moeten wij volgens Hebreeën 12:1-3 kijken als wij de wedloop willen lopen die voor ons ligt?