Welkom terug. Ik ben blij en dankbaar dat jij weer hier bent.
Elke keer dat seksuele onreinheid onze huwelijken binnenkomt, is de verleiding daar om op dat moment de zonde en de pijn toe te laten en om daarmee onze vreugde over onze verlossing weg te laten nemen. Als wij bezwijken voor de verleiding, dan worden wij in beslag genomen door onze problemen wat ertoe leidt dat wij terneergeslagen zijn, boos worden, angst voelen en bitterheid koesteren. Maar God, Die rijk is in genade, heeft ons laten zien hoe wij aan deze valstrik kunnen ontsnappen en dat is waar deze les van vandaag over gaat.
Laten wij deze studie beginnen met de woorden die Paulus schreef aan de vervolgde kerk te Thessalonica: “Verblijd u altijd. (17) Bid zonder ophouden. (18) Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u.” (1 Thessalonicenzen 5:16-18).
Vraag 1. Wat is volgens 1 Thessalonicenzen 5:16-18 Gods wil voor jou?
Het is Gods wil voor ons dat wij ons verblijden, bidden en dankzeggen onder alle omstandigheden. Deze opdrachten zijn niet zomaar een suggestie om over na te denken, het zijn duidelijke geboden.
Het is goed om te bedenken dat Paulus deze woorden schreef, terwijl zijn eigen omstandigheden ook hard waren. Lees eens rustig door het volgende waarin een beschrijving gegeven wordt van Paulus' leven zoals hij die beschrijving had gedeeld in zijn brief aan de Korinthiërs:
“Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig min één zweepslagen ontvangen. (25) Driemaal ben ik met de roede gegeseld, eenmaal ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een heel etmaal heb ik in volle zee doorgebracht. (26) Op reis was ik vaak in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar van de kant van volksgenoten, in gevaar van de kant van heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders, (27) in inspanning en moeite, vaak in nachten zonder slaap, in honger en dorst, vaak in vasten, in koude en naaktheid. (28) Afgezien van wat van buitenaf komt, overvalt mij dagelijks de zorg voor alle gemeenten.” (2 Korinthe 11:24-28).
Deze woorden “Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden. Dank God in alles” waren geen luchtige woorden die Paulus schreef aan de vervolgde gelovigen in Thessalonica. Hij was zelf meer dan bekend met lijden. God had allerlei verschrikkelijke ervaringen gebruikt om Paulus de kracht van verblijden, bidden en dankzeggen te leren.
Als wij nadenken over deze opdrachten, dan is het goed om te zien wat het onderwerp is van het verblijden. Als je kijkt naar Filippenzen 4:4, dan staat daar: “Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u.” Opnieuw zien wij de opdracht om altijd verblijd te zijn, maar deze keer is de opdracht specifieker.
Vraag 2. In Wie moeten wij ons volgens Filippenzen 4:4 altijd verblijden?