Les 28. Zich verheugen in het Evangelie
Vraag 4
Net zoals Petrus die wegzonk in de golven, toen hij zijn ogen niet meer op Jezus gericht hield (Mattheüs 14:28-32), zo begint de moed ons ook in de schoenen te zakken en zinken wij weg in onze omstandigheden, als wij niet langer naar het kruis van Jezus kijken.
Het lijkt onmogelijk om ons in de Heer te verblijden, als ons hart zo gekwetst is door onze echtgenoot, maar de sleutel tot blijdschap en het brengen van dank is om in alle dingen naar Jezus te kijken. Kijk naar Zijn ogen, vol liefde voor jou. Kijk naar Zijn handen en bedenk dat deze voor jouw overtredingen doorboord zijn (Jesaja 53:5). Kijk naar Zijn stralende gezicht en bedenk de belofte voor alle gelovigen: “zullen Zijn aangezicht zien” (Openbaring 22:4). Kijk naar Zijn lijden in jouw plaats. Kijk naar Zijn dood en opstanding. Kijk hoe Hij pleit voor jou. Richt jouw ogen op Jezus (Hebreeën 12:2-3) en jij zult in staat zijn om je te verblijden en onder alle omstandigheden dank te brengen.
Nu zijn deze geboden – verblijden, bidden en dankzeggen, als wij nadenken over Christus – niet alleen een manier voor ons om tijdens moeilijke omstandigheden niet weg te zinken, maar zij zijn ook krachtige wapens tegen de boze.
Kijk samen met mij maar eens naar het volgende Bijbelgedeelte: “Toen haar meesters zagen dat hun hoop op inkomsten verdwenen was, grepen zij Paulus en Silas en sleurden hen mee naar de markt, voor de stadsbestuurders. (20) En nadat zij hen naar de magistraten gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen verstoren de orde in onze stad. Het zijn namelijk Joden, (21) en zij verkondigen gewoonten die wij niet mogen aannemen en ook niet mogen naleven, omdat wij Romeinen zijn. (22) En de menigte kwam als één man tegen hen in verzet. En de magistraten rukten hun de kleren af en gaven bevel hen met stokken te slaan. (23) En nadat zij hun veel slagen toegediend hadden, wierpen zij hen in de gevangenis en geboden de cipier hen zorgvuldig te bewaken. (24) En toen hij dat bevel gekregen had, wierp hij hen in de binnenste kerker en zette hij hun voeten vast in het blok. (25) En omstreeks middernacht baden Paulus en Silas en zongen lofzangen voor God. En de gevangenen luisterden naar hen. (26) En er vond plotseling een grote aardbeving plaats, zodat de fundamenten van de gevangenis bewogen werden; en onmiddellijk gingen alle deuren open en raakten de boeien van allen los.” (Handelingen 16:19-26).
Vraag 4. Paulus en Silas werden geslagen en gevangengezet, omdat zij het Evangelie hadden verkondigd en omdat zij een jonge vrouw hadden bevrijd van een demon. Wat deden Paulus en Silas terwijl zij gevangen zaten (Handelingen 16:25)?