Er zijn vele afleidingen in dit leven, maar in Christus kunnen wij deze overwinnen. Laten we opnieuw naar onze tekst in Mattheüs 14 kijken en daar de oplossing vinden waardoor wij niet meer zinken:
“Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen. (30) Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij! (31) Jezus stak meteen Zijn hand uit, greep hem vast en zei tegen hem: Kleingelovige, waarom hebt u getwijfeld?” (Mattheüs 14:29-31).
Vraag 5. Wat deed Petrus volgens Mattheüs 14:30 toen hij begon te zinken?
Petrus riep het uit: “Heere, red mij!” Dat lijkt heel simpel of niet? En op velerlei manieren is dat ook zo. Als wij onszelf in een bepaalde situatie voelen ondergaan, dan hoeven wij het alleen maar uit te roepen tot Jezus. Hij is machtig om te redden.
Nadat Petrus Hem aanriep, stak Jezus meteen Zijn hand uit, pakte Petrus vast en bracht hem weer in de veiligheid van de boot. Toen stelde Jezus dezelfde vraag aan Petrus als die waar wij ons in deze les mee bezighouden: “Waarom?”
Jezus vroeg aan Petrus: “Waarom hebt u getwijfeld?” Niet omdat Hij het antwoord niet wist, maar Jezus stelde de vraag in liefde aan Petrus om hem een enorme waarheid te leren. Hij wilde dat Petrus zag dat wij, als wij ons niet blijven richten op Christus, gaan twijfelen en bang worden en dan zinken wij.
Alle worstelingen met zonden die wij als christenen ondervinden, komen uit het feit dat wij ons niet richten op Jezus, wat ertoe leidt dat wij aan God gaan twijfelen (Romeinen 14:23). De oplossing is iedere keer weer om naar Jezus te kijken en tot Hem te roepen. Als wij dat doen, dan zullen wij ervaren dat Hij ons ook redt: Hij trekt ons omhoog en zet ons op het droge. De oplossing voor onze twijfel is dat wij onze ogen weer gaan richten op Jezus, precies daar waar ze horen.
Let er nu eens op wat er gebeurde, toen Jezus Zijn hand uitstak naar Petrus en hem terugbracht in de veiligheid van de boot:
“En toen zij in het schip geklommen waren, ging de wind liggen. (33) Zij die in het schip waren, kwamen Hem aanbidden en zeiden: Werkelijk, U bent de Zoon van God!” (Mattheüs 14: 32-33).
Beste student, als wij ons midden in een storm bevinden, dan moeten wij het uitroepen tot Jezus, onze ogen gaan richten op Jezus en anderen (onze echtgenoot, kinderen, vrienden, iedereen) wijzen op Jezus! Zolang als onze ogen gericht zijn op Jezus, zijn wij in staat om te wandelen over het water en door de storm. Dan zal Hij op het juiste moment onze storm tot bedaren brengen.
Laten wij aan het einde van deze les dan ook nog op iets anders in onze tekst letten.
Vraag 6. Wat deden de discipelen volgens Mattheüs 14:33, nadat de storm was gaan liggen?
De juiste reactie op het werk van onze Verlosser Jezus is altijd aanbidding. Hij is de Zoon van God. Hij is Diegene Die de stormen in onze harten en in ons verstand tot bedaren brengt. Hij is de Enige Die machtig is om te redden. Hij is het Lam Dat waardig was om geslacht te worden – de Volmaakte, de Vlekkeloze, Die Zijn leven gaf om ons te redden.
Wij zijn deze les begonnen om het waarom van het vallen in seksuele zonden te leren begrijpen, maar wij eindigen deze les met het aanbidden van Diegene Die klaarstaat en Die in staat is om naar ons uit te reiken te midden van de golven van seksuele zonden en iedereen te redden die het tot Hem uitroept om redding.
Als jij vandaag worstelt met zonde, welke zonde dan ook, roep het dan uit tot Jezus, Hij is machtig om te redden. Ik wil jou ook aanmoedigen om deze woorden van hoop en leven vandaag te delen met jouw echtgenoot – vertel hem dat er hoop is op echte en blijvende vrijheid in Jezus. Twijfel niet, vertrouw op Gods nooit aflatende liefde en verheug je in Zijn verlossing (Psalmen 13:5).
Vraag 7. Kijk jij naar Jezus om jou te redden en jou kracht te geven in je huidige omstandigheden? Deel dat hier met ons.
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.