Dag 27. Twijfelen

Toelichting

“Maar meteen sprak Jezus hen aan en zei: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd. (28) Petrus antwoordde Hem en zei: Heere, als U het bent, geef mij dan bevel over het water naar U toe te komen. (29) Hij zei: Kom! En Petrus klom uit het schip en liep op het water om bij Jezus te komen.” (Mattheüs 14:27-29).
In Mattheüs 14 lezen wij het verhaal van de discipelen die ’s nachts met hun boot midden in een storm terecht komen. Op een bepaald moment wandelt Jezus over het water naar hen toe, maar in plaats van bemoedigd te worden, worden zij vreselijk bang. Jezus roept naar hen om hen te bemoedigen, maar Petrus, toch wat twijfelend, reageert op Jezus met “als U het bent”. Jezus roept Petrus op om uit de boot te stappen en over het water naar hem toe te komen. Petrus' twijfel valt weg! Met zijn ogen gericht op Jezus, stapt hij uit de boot en op bovennatuurlijke wijze wandelt hij tijdens de storm over het water naar Jezus.
“Maar toen hij op de sterke wind lette, werd hij bevreesd, en toen hij begon te zinken, riep hij: Heere, red mij!” (Mattheüs 14:30).
Alles ging goed, totdat Petrus afgeleid raakte. Hij keek niet langer meer naar Jezus, maar naar de storm. Te midden van de wind en de golven kwamen Petrus' twijfels opnieuw omhoog en deze overvielen hem. Hij keek niet meer naar Jezus en toen begon hij te zinken! Doordat zijn aandacht van Jezus was afgeleid, kon Petrus niet langer meer bovennatuurlijk wandelen, maar alleen wegzinken, net als ieder ander mens.
Petrus geloofde, in het begin, in de macht van Jezus. In geloof stapte Petrus uit de boot en wandelde over het water, maar toen hij twijfelde of Jezus in staat was hem staande te houden, zonk Petrus weg.
Het goede nieuws is dat Jezus Petrus niet in de steek liet, toen hij in nood verkeerde. Petrus riep het uit: “Heere, red mij! (31) Jezus stak meteen Zijn hand uit, greep hem vast en zei tegen hem: Kleingelovige, waarom hebt u getwijfeld?” (Mattheüs 14:30b-31).



In alles op Jezus zien