Jezus Christus is volledig God, maar toen Hij naar ons toe kwam, bekleedde Hij Zichzelf met onze menselijkheid. Hij onderwierp Zichzelf aan de stress, pijn en beproevingen van het leven die wij ervaren.
Jezus groeide op als kind en doorstond het familieleven met ouders en broers en zussen die Hem niet begrepen (Lukas 2:48-50). Hij leed onder het gebrek aan respect en het uitlachen van hen die hem zagen opgroeien (Mattheüs 13:57). Toen Zijn bediening aanving, begonnen Zijn familie, vrienden, volgelingen en vijanden Hem te bestoken en te pushen: “Geef ons meer brood, Jezus!”, “Genees mijn vriend, Jezus!”, “Red ons, Jezus!”, “Zegen mijn kind, Jezus!”, “Beantwoord deze vraag, Jezus!” Terwijl al deze eisen Hem vermoeiden, vond Hij rust en vernieuwing, als Hij alleen samen met Zijn Vader tijd doorbracht (Lukas 5:16).
Maar uiteindelijk, op de aangewezen tijd, was er geen uitstel meer voor Jezus. Neem nu voor jouzelf de tijd en denk er eens over na hoe Jezus, de Mensenzoon, volledig overspoeld werd in de Hof van Gethsemané:
“En zij kwamen op een plaats waarvan de naam Gethsémané was, en Hij zei tegen Zijn discipelen: Ga hier zitten totdat Ik gebeden zal hebben. (33) En Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met Zich mee en begon ontdaan en zeer angstig te worden; (34) en Hij zei tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak.” (Markus 14:32-34).
Let op de woorden: “ontdaan”, “zeer angstig” en “zeer bedroefd”. Bedenk wat Jezus op dat punt te wachten stond. Hij werd door Zijn discipelen verlaten, verworpen door de Joodse leiders, vals beschuldigd door het Joodse volk, veroordeeld door de regerende machten en geslagen en gegeseld door de Romeinse soldaten. Hij moest de haat en vijandigheid van Satan doorstaan en als allerbelangrijkste de vreselijke toorn van Zijn Vader over de zonde.
Jezus werd, net als de ark van Noach, aan alle kanten geteisterd. Satan die van beneden uitbarstte als een grote vulkaan uit de diepte en Gods toorn die op Hem neersloeg van boven net als het vuur en de zwavel die Sodom en Gomorra vernietigden. Hij was diepbedroefd en zeer verontrust, Zijn eigen ziel, Zijn innerlijk werd van alle kanten overweldigd, zozeer dat Zijn zweet werd als bloeddruppels:
“En Hij kwam in zware zielenstrijd en bad des te vuriger. En Zijn zweet werd als grote druppels bloed, die op de aarde neervielen.” (Lukas 22:44).
Jezus wist wat het was om volledig overweldigd te worden en Jezus weet hoe Hij ons kan helpen als wij overweldigd worden door onze omstandigheden. Hij is de Rots Die David prijst als Zijn Vesting, Verlosser, Redder, Schuilplaats, Schild, Verlossing, Burcht en Redder (Psalmen 18:1-48, Psalmen 55:16-18, Psalmen 62:1). Hij is het Die de stormen voortdurend kalmeert. Hij stierf voor jou op Golgotha, Hij geeft jou niet over aan de golven. Hij houdt jou vast! Kijk nu naar Jezus.