Les 4. Herhaaldelijk dorstig zijn naar meer of volledige bevrediging

Vraag 2 en 3

Jezus zei dat Hij haar levend water kon geven. Je vraagt je misschien af wat levend water is. Wij weten wat water drinken is en wij kennen water in een rivier, water uit de grond en water in een meer. Maar wat is nu dat “levend water” en wat heeft dat te maken met mediaverslaving? Laten we doorgaan met deze Bijbelstudie en dan zien wij het antwoord op deze vragen, maar ook nog veel meer!
Dit verhaal geeft ons een kleine inkijk in de persoon van Jezus Christus. Hoewel Jezus als mens dorstig was, was Hij ook God (Johannes 1:1, 4) en was Hij het “levende water” dat Hij aan elke persoon kon geven die dat wilde ontvangen. Als de mens Jezus had Hij lichamelijke dorst; als God had Hij levend water voor iedereen! Als wij doorgaan met dit verhaal, dan zien wij wat dat levende water is.
“De vrouw zei tegen Hem: Heere, U hebt geen emmer en de put is diep; waar hebt U dan het levende water vandaan? (12) Bent U soms meer dan onze vader Jakob, die ons de put gegeven heeft en zelf daaruit gedronken heeft, evenals zijn kinderen en zijn kudden?” (Johannes 4:11-12).
De vrouw met wie Jezus spreekt, begrijpt niet wat dat levende water is, dus vraagt zij aan Jezus waar zij dat dan kan krijgen en of Hij meer is dan Jakob, haar voorouder die de bron had gegraven waarbij zij nu in gesprek zijn. Let nu eens op wat er vervolgens komt, iets heel verbazingwekkends:
“Jezus antwoordde en zei tegen haar: Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen, (14) maar wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven.” (Johannes 4:13-14).

Vraag 2. Wat zei Jezus over de toestand van de mensen die “dit water”, het water uit de bron, dronken?

Log in / maak een account aan to enroll or continue where you left off.
Jezus doet een voor de hand liggende uitspraak: Eenieder die water drinkt (doelend op het water in de bron), zal opnieuw dorst krijgen. Dat is waar, als wij water drinken dan is onze lichamelijke dorst even gelest, maar uiteindelijk krijgen wij opnieuw dorst en moeten wij er meer van drinken. Dat is voor de hand liggend.
Maar wat wij in dit verhaal beginnen te zien, is dat Jezus het water van de bron als een metafoor (een diepgaande vergelijking) gebruikte voor wat deze vrouw met haar leven aan het doen was. Laten we verder lezen:
“De vrouw zei tegen Hem: Heere, geef mij dat water, opdat ik geen dorst meer zal hebben en niet hier hoef te komen om te putten.” (Johannes 4:15).
Jezus zei dat Hij levend water had dat de dorst van de vrouw voor altijd zou kunnen lessen; dus vroeg zij Hem hierom. Maar opdat Hij dit water aan haar kon geven, moest er eerst een ander onderwerp door Jezus aangesneden worden.
“Jezus zei tegen haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. (17) De vrouw antwoordde en zei tegen Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tegen haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man, (18) want vijf mannen hebt u gehad en die u nu hebt, is uw man niet; dat hebt u naar waarheid gezegd.” (Johannes 4:16-18).

Vraag 3. Hoeveel mannen had deze vrouw gehad en wat heeft dat te maken met het gesprek over het water en “geen dorst meer … hebben”?

Log in / maak een account aan to enroll or continue where you left off.




Mediaverslaving