Les 22. Ons antwoord op genade
Vraag 4
Dat is Paulus' reden waarom de Korinthiërs Gods genade niet tevergeefs moesten ontvangen. In hun tijden van nood had Jezus hen gehoord en geholpen. Hij had in gunst naar hen gekeken en hen gered. Daarom moesten zij Zijn genade niet tevergeefs ontvangen, maar reageren als personen wier harten veranderd en geraakt zijn door de genade en goedheid die zij hebben ontvangen.
Denk hier samen met mij even over na: Heb jij tot de Heer geroepen voor hulp in jouw mediaverslaving? Als dat zo is, dan heeft Hij jou gehoord en Zijn gunst aan jou bewezen. Hij heeft jouw gebed beantwoord door jou hier te laten komen waar jij het Evangelie kunt horen en Zijn genade kunt ontvangen. Ontvang dan Zijn genade niet tevergeefs en op zo’n manier dat het geen effect kan hebben doordat jij door blijft leven op dezelfde en oude manier uit het verleden.
God is goed voor jou geweest. Hij heeft Jezus gezonden om jou te redden. Jezus werd aan het kruis, bestemd voor misdadigers, gehangen om daar te sterven. Hij leed, bloedde en stierf daar voor jou. Toen stond Hij op de derde dag op uit de dood om jou bij God te rechtvaardigen. “Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging.” (Romeinen 4:25).
Zo’n geweldige liefde vereist uiteraard een reactie. Een welgemeend “dank U”, gevolgd door het je afkeren van je oude levensstijl, die lege manier van leven die ervoor zorgde dat Jezus opgehangen werd aan het kruis.
“(11) Onze mond heeft zich vrijmoedig voor u geopend, Korinthiërs, ons hart staat wijd open. (12) U neemt geen kleine plaats in ons hart in, maar zelf bent u enghartig. (13) Zet dan ook van uw kant – ik spreek als tot mijn kinderen – uw hart wijd open.” (2 Korinthe 6:11-13).
Vraag 4. Naar welke reactie is Paulus volgens 2 Korinthe 6:11-13 op zoek bij de Korinthiërs?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.