Les 24. Kijken naar Jezus
Vraag 1
“Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo’n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt.” (Hebreeën 12:1).
Welkom terug bij deze cursus. Ik ben dankbaar dat wij samen deze kostbare en levensveranderende waarheden bestuderen. Jezus betekent zoveel voor mij en ik wil Hem heel graag met jou delen. Ik hoop dat Hij ook voor jou van betekenis is.
In een vorige les hebben wij het gehad over het onderwerp wegrennen van seksuele onreinheid, ervan wegvluchten! Dit gedeelte waar wij nu naar gaan kijken, gaat over een ander type van rennen; het leert ons dat het christelijke leven net als een wedstrijd is en dat wij aangemoedigd worden om naar Jezus te rennen. Het mooie aan deze christelijke wedloop is dat Jezus deze wedstrijd voor ons heeft gewonnen. Het is net alsof wij naar de start lopen en dan horen: “Klaar voor de start, de race is al gelopen!” “Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.” (Johannes 19:30).
Maar wij moeten de wedloop wel lopen en dat is niet zomaar een kleinigheid. Ons doel voor vandaag is dan ook: hoe lopen wij zo dat we ook finishen? Laten we naar ons Bijbelgedeelte kijken en vervolgens een aantal vragen hierover beantwoorden:
“Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo’n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, (2) terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God. (3) Want let toch scherp op Hem Die zo’n tegenspraak van de zondaars tegen Zich heeft verdragen, opdat u niet verzwakt en bezwijkt in uw zielen.” (Hebreeën 12:1-3).
Hebreeën 12:1 leert ons dat wij omringt zijn “door zo’n menigte van getuigen”, wat ziet op alle mensen die in hoofdstuk 11 genoemd zijn, “de eregalerij van het geloof”: Abel, Mozes, Abraham, Izak, Sarah, Rahab enzovoort, allemaal getuigen voor ons van de trouw van God voor hen.
Vraag 1. Wat is volgens Hebreeën 12:1 de opdracht die ons gegeven wordt in het licht van alle getuigen die de wedloop voor ons hebben gelopen?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.