Les 46. Geloof in het kruis: de kracht van Satan is tenietgedaan

Vraag 5

Deze profetie gaat over het nageslacht van de vrouw, dus niet over het nageslacht van de man. Jezus had geen menselijke vader, maar werd geboren uit een vrouw die maagd was, door de Heilige Geest. Aan het kruis werd Jezus’ “hiel” vermorzeld. Dat wil zeggen dat zijn lichaam werd doorboord, gegeseld, geslagen en gekneusd. Maar aan het kruis vermorzelde Jezus de kop van de slang. Dit was een vernietigende slag, een fatale klap op de kop.
Hierin geloven is hoe wij de overwinning op Satan ervaren. Jezus’ overwinning is onze overwinning! Door Zijn dood heeft Christus de duivel vernietigd en nu worden alle beschuldigingen van de duivel tegen Gods volk tot niets gemaakt en zij zijn ongeldig. Alles wat hij over ons meent te moeten zeggen, loopt op niets uit. Jezus heeft hem overwonnen door de dood en daarmee heeft Hij ons tot meer dan overwinnaars gemaakt (Romeinen 8:37)!
De werkelijkheid is dat Jezus Satan verbrijzelt onder elke voet van iedereen die gelooft, van iedereen die op Hem vertrouwt. Hij verzekert elke gelovige met deze woorden: “Zie, Ik geef u de macht om op slangen en schorpioenen te trappen en de macht over alle kracht van de vijand; en niets zal u schade toebrengen.” (Lukas 10:19). Dat is Jezus Die Zijn volgelingen de macht over Satan geeft. Wij hebben nu de overwinning over pornografie, over seksuele onreinheid in welke vorm dan ook en over Satan.
Jezus’ dood is dat waarmee Hij de vijand heeft vernietigd en Jezus’ dood is onze overwinning!
Er is een prachtige illustratie van deze waarheid te vinden in het Oude Testament, laten we deze nu samen gaan lezen:
Simson regeerde en heerste 20 jaar lang over Israël. Simson stond bekend om zijn kracht voor het vechten tegen vijandelijke legers, maar ook om zijn leven naar de begeerten van zijn vlees. Hij trouwde met een overspelige Filistijnse vrouw en sliep met prostituees. Maar toch wordt hij ook genoemd tussen de heiligen van Hebreeën 11, samen met Abel, Mozes, Abraham, David en anderen die in geloof leefden.
Aan het einde van zijn leven werd Simson verleid en verraden door een Filistijnse vrouw, Delilah. Nadat zij hem lang had lastiggevallen en gemanipuleerd, vertelde Simson aan Delilah wat de bron van zijn kracht was (zijn gehoorzaamheid aan God doordat hij zijn haar niet schoor) en zij vertelde dit geheim aan de Filistijnse leiders. Zij schoren Simsons haar af, namen hem gevangen, staken hem de ogen uit en ketenden hem als een dier vast aan een molensteen waarbij hij dagelijks bespot en gemarteld werd.
Maar de Bijbel is heel erg accuraat door te vertellen dat, ondanks de zwakke staat waarin Simson zich bevond, “het haar van zijn hoofd … weer (begon) te groeien” (Richteren 16:22). Dat is de manier waarop God ons leert dat Zijn goedheid elke morgen weer nieuw is (Klaagliederen van Jeremia 3:22-23) en dat Simson nieuwe kracht zou vinden ondanks zijn zwakke staat op dat moment.
Laten we, op dit punt van het verhaal aangekomen, verder gaan en zien hoe God hem gebruikt:
Lees nu het volgende Bijbelgedeelte eens door en beantwoord de daaropvolgende vragen:
“En toen het volk hem zag, prezen zij hun god, want zij zeiden: Onze god heeft onze vijand in onze hand gegeven: de man die ons land verwoest heeft, en die onze gesneuvelden talrijk heeft gemaakt. (25) En het gebeurde, toen hun hart vrolijk was, dat zij zeiden: Roep Simson en laat hem ons vermaken. En zij riepen Simson uit de gevangenis en hij vermaakte hen. En zij lieten hem tussen de pilaren staan. (26) Toen zei Simson tegen de jongen die hem bij de hand hield: Laat mij gaan en laat mij de pilaren betasten, waarop het huis gevestigd is, zodat ik daartegen kan leunen. (27) Nu was het huis vol mannen en vrouwen. Ook waren alle Filistijnse stadsvorsten daar. En op het dak waren ongeveer drieduizend mannen en vrouwen, die toekeken terwijl Simson hen vermaakte. (28) Toen riep Simson tot de HEERE en zei: Heere, HEERE! Denk toch aan mij en maak mij toch alleen nog deze keer sterk, o God, zodat ik me met één slagop de Filistijnen kan wreken voor mijn twee ogen. (29) En Simson greep de twee middelste pilaren, waarop het huis gevestigd was en waarop dat steunde: de ene met zijn rechterhand en de andere met zijn linkerhand. (30) Vervolgens zei Simson: Moge mijn ziel sterven mét de Filistijnen! Hij boog zich met kracht en het huis viel op de stadsvorsten en op al het volk dat daarin was. En de doden die hij in zijn sterven heeft gedood, waren talrijker dan die hij in zijn leven gedood had.” (Richteren 16:24-30).

Vraag 5. Welke conclusie hadden de Filistijnen volgens Richteren 16:24 getrokken, toen zij zagen dat Simson zwak en blind was?

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Puur Leven