Deze staat van het dood zijn in zonden, dood zijn voor God, betekent dat wij van nature “kinderen des toorns” zijn. De Groot Nieuws Bijbel spreekt over “het voorwerp van Gods toorn”. Dit komt overeen met Romeinen 1 dat ons leert dat alle zonden Gods toorn verdienen: “Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken” (Romeinen 1:18).
Het komt ook overeen met 1 Thessalonicenzen 1 dat ons leert over “de komende toorn” waarvan wij alleen maar verlost kunnen worden door Jezus door het goede nieuws: “Want zij vermelden zelf over ons hoezeer wij ingang bij u gekregen hebben en hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen, (10) en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Die Hij uit de doden heeft opgewekt, namelijk Jezus, Die ons verlost van de komende toorn.” (1 Thessalonicenzen 1:9-10).
Maar laat ik heel duidelijk zijn:
Geen enkele gelovige zal ooit de toorn van God ontmoeten. Wij mogen er dan aan de buitenkant als ongelovigen uitzien, als wij gestopt zijn met ons blijven in Christus, het mag lijken alsof wij geen deelhebben aan Christus, als wij naar het vlees leven, maar geen enkele gelovige in Jezus zal ooit het voorwerp van Gods toorn zijn. Het voorwerp van zijn liefdevolle bestraffing wel (zie Hebreeën 12:5-11), maar nooit van Zijn toorn.
De reden waarom een gelovige nooit de toorn van God hoeft te verduren is dat Christus al de toorn van God heeft ondergaan. Toen Jezus aan het kruis hing, werd Hij het voorwerp van Gods toorn en God doorboorde Jezus met de pijlen van Zijn haat tegen de zonde (Klaagliederen 3:1, 13 en Psalmen 38:2-4). Het was Jezus Die naar voren trad en de toorn van God over onze zonde volledig van ons heeft afgenomen. Er is geen toorn meer voor hen die hun vertrouwen op Jezus hebben gesteld.
Het is goed om te beseffen hoe onze toestand zonder Christus is. Wij waren dood in onze zonden, ongehoorzaam aan God, werden geleid door de duivel en waren verdorven in onze daden.
Het is van enorm belang dat wij beseffen wie wij waren, omdat wij, als wij als gelovigen stoppen met het blijven in Christus, niet langer meer in Zijn liefde zijn en wij, als wij naar ons vlees beginnen te leven, veel lijken op iemand die dood in zijn zonden is. Denk eens goed terug aan onze tijd die wij doorgebracht hebben in onreinheid, overspel, zelfbevrediging en verkeerde begeerten. Het was een tijd waarin wij dood voor God en Zijn Woord waren, een tijd waarin wij leefden naar ons vlees en niet in de Geest wandelden, een tijd van ongehoorzaamheid en verdorvenheid. Het was de allerslechtste tijd ooit.
Maar hoe kunnen wij dan ontsnappen aan het terugkeren naar een leven van hen die dood in zonden zijn? Als wij beseffen dat deze zonden van ons vlees een val van de duivel zijn, hoe kunnen wij daaraan dan ontsnappen?
Laten we opnieuw naar het gedeelte uit Efeze 2 kijken:
“Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, (5) ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – (6) en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus.” (Efeze 2:4-6).
Let er eens op dat de verandering ontstaat door Gods genade: wij worden “levend gemaakt”, wij worden “zalig en opgewekt” met Jezus. Dat is hoe wij ontsnappen aan verkeerde begeerten en onreinheid, of wij nu ongelovigen zijn die het Leven voor het eerst ontvangen of gelovigen die gered worden uit de val van de duivel, er is opstandingskracht voor nodig!
Vraag 6. Hoe omschrijft Efeze 2:4-6 Gods houding naar ons toe, toen wij nog dood waren in zonden en overtredingen?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.