Les 10. Toepassing van het Evangelie: mediteren over Gods Woord

Michelle deelt met ons: “Het is mijn hartsverlangen om een slaaf te zijn van alles wat in de ogen van God juist is en dat ik Hem wil gehoorzamen wat leidt tot gerechtigheid. Gerechtigheid voelt bevrijdend en zij geeft kracht. Gerechtigheid helpt mij om nederig mijn hoofd omhoog te houden en in zekerheid mijn weg te gaan in genade en waarheid. Ik ben vrij en hoef mij niet langer te verbergen, omdat ik aangenomen ben door de Geliefde, gewassen door Zijn bloed en levend voor God de Vader door het offer dat Hij aan het kruis heeft gebracht.”

Mark schrijft: “Inderdaad. Wij zijn slaven van dat wat wij gehoorzamen. Eens probeerden wij gehoorzaam te zijn aan de wet, maar omdat wij in zonde gevallen waren, waren wij hiertoe niet in staat. Zo werd onze identiteit bepaald door de zonde en ons tekortschieten in het houden van de wet. Nu hebben wij een nieuwe Meester Die Zijn bloed heeft laten vloeien en Die in onze plaats is gestorven. Toen Hij stierf, stierf ons zondige vlees met Hem. Toen Hij opstond, werden wij een nieuwe schepping, gekleed met Zijn gerechtigheid. In deze staat zijn wij slaven van onze nieuwe identiteit in Christus en gehoorzaam aan Zijn gerechtigheid.”

Isaac schrijft: “Hij geeft de eer aan God voor de gehoorzaamheid van de Romeinen. Hij zegt niet: ‘Dankzij jullie vastbeslotenheid of door het goede leiderschap in jullie kerk.’ Zij waren in hun hart gehoorzaam, omdat God hun hart had veranderd. Daarom moeten wij ook altijd onze gehoorzaamheid en de vernieuwing van ons hart aan God en aan het werk van de Heilige Geest toeschrijven. Ik ben vaak geneigd om te kijken naar waar ik vandaan ben gekomen, waar ik nu sta en waar ik naar onderweg ben. Daarmee maak ik mijzelf belangrijker dan iemand die zijn leven organiseert door zijn eigen beslissingen. Maar dat is niet het geval. God leidt mij, Hij verandert mijn hart en Hij is Degene Die mij daar heeft gebracht waar ik nu ben.”

Isaac schrijft: “God heeft mij vrijgemaakt, zodat ik een slaaf van de gerechtigheid kan zijn. Dat is een prachtig beeld. Ik ben vrij om opnieuw slaaf te worden, maar nu ben ik slaaf van een volmaakte Heer, Die mijn noden kent en weet wat het beste voor mij is.”

Vas deelt hier met ons: “De vijand komt om mij te verleiden met zoiets als:‘Hé man, tijd om weer terug te gaan naar porno en zelfbevrediging.’ Ik negeer hem. ‘Hé, hoorde jij mij niet? Jij behoort mij toe en je moet doen wat ik zeg.’ Dan kijk ik hem aan: ‘Fout, er is voor mij betaald en nu ben ik de slaaf van een nieuwe Meester en ik doe wat Hij zegt. Dus, ik denk dat wij hiermee uitgepraat zijn.’”

Karac schrijft hierover: “Zonder te expliciet te willen zijn: in plaats van dat ik mijn leden in dienst stel van de zonde (zoals pornografie, fantasieën enzovoort), moet ik ze nu beschikbaar stellen aan God (bijvoorbeeld mijn vrouw eren). Ik moet dus niet alleen stoppen met het kijken naar pornografie, maar ik moet ook actief mijn vrouw dienen. Ik denk dat het in Efeze was dat Paulus zei: ‘De persoon die stal, moet niet langer stelen’, maar daar stopt hij niet, in plaats daarvan geeft hij hem iets anders te doen namelijk: ‘Werk met je handen.’”

Mike schrijft naar aanleiding van deze vraag: “God moet met ons spreken op een menselijke manier, omdat Gods gedachten zoveel hoger zijn dan het begrip van de mensen. Ik koos ervoor om mijn leden beschikbaar te stellen aan pornografie, allerlei begeerten en zelfbevrediging en wilde dat anderen mij bevredigden. Ik ging heel erg ver met het soort porno dat ik keek. Ik denk dat ik zo’n beetje alles heb gezien wat nog legaal was. Ik ben veel verder gegaan dan dat ik me ooit had kunnen voorstellen. Dat laat zien dat er vanuit wetteloosheid alleen maar meer wetteloosheid ontstaat. In deze periode voelde ik mij een slaaf, ook al was ik een christen. Ik weet dat ik een slaaf was, omdat mij de wil ontbrak. Ik was nooit in staat om met deze waanzin te stoppen. Maar nu stel ik mijn leden in dienst van de gerechtigheid. Terwijl ik dat doe, word ik elke dag meer en meer geheiligd.”