Hij heeft zich ontdaan van de machten en de krachten, hen in het openbaar te kijk gezet en over hen getriomfeerd aan het kruis.
Kolossenzen 2:15 GNB
Inderdaad, Jezus heeft in Zijn leven de oorlog verklaard aan het koninkrijk van het duister, gevochten met de kwade machten en demonen uitgedreven. Maar aan het kruis – dat wil zeggen: door Zijn dood – heeft Hij de satan verslagen, hem vastgebonden, hem in het openbaar te kijk gezet, hem beroofd van al zijn slaven en openlijk over hem getriomfeerd. Toen Jezus aan het middelste kruis hing tussen twee misdadigers, toen Hij Zijn leven aflegde en het leek alsof Hij was verslagen, won Hij de strijd voor ons! Drie dagen later werd Hij tot de grote overwinnaar uitgeroepen, toen Hij opstond uit de dood.
Golgotha is de heuvel van de overwinning en het kruis is de overwinningsvlag van Jezus die Hij hees, zodat ieder die Hem volgt, hem kon zien. Het lege graf is het bewijs van Zijn macht over het duister en diezelfde macht is beschikbaar voor eenieder die in Hem gelooft.
Door de dood vernietigde Jezus onze grootste vijand, redde ons uit diens koninkrijk en beroofde Satan van al zijn slaven:
Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden.
Kolossenzen 1:12-14
Vraag 3. Waar zijn wij volgens Kolossenzen 1:12-14 van gered?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Vas schrijft: “De macht van de duisternis. Voor mij was dit een letterlijke duisternis. Ik keek vooral ’s nachts naar pornografie, in mijn kamer met alle lampen uit.”
Patrick deelt hier met ons: “Van Satans huis. Wij zijn vrijgekocht van het huis van onze vijand en gered van de straf die wij in zijn koninkrijk zouden ontvangen.”
Inderdaad, het kruis was de reddingsmissie van de Speciale Troepen van de hemel. Zij zijn gestuurd voor jou, om jou uit het koninkrijk van het duister te bevrijden, onder het juk van Satan en de macht van de zonde vandaan.
Bedenk eens wat dat inhoudt: Jezus achtervolgt het duister, de demonen en de duivel tot aan het bittere einde, tot in de dood. Hij stierf om jou te redden. Maar drie dagen later stond Hij op uit de dood, gerechtvaardigd door de Geest van God en verhoogd tot in de hoogste hemel.
Dit is de manier waarop wij onze strijd met het duister ook winnen. Net als Jezus verklaren wij de oorlog aan het duister en overwinnen wij het in de naam van Jezus. Wij moeten dat, wat ons komt vernietigen, doden, wetende dat onze overwinning zeker is door wat Jezus heeft gedaan.
Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen om die te brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus.
2 Korinthe 10:5
Misschien heb jij tot op dit moment voortdurend moeten toegeven aan de seksuele zonde. De boze heeft jou zo stevig in de greep van onreinheid, jij hebt zo geloofd in de leugens van onze cultuur dat jij je wellicht hebt neergelegd bij jouw lot dat je nooit vrij kunt worden. Of misschien wist je niet hoe je je kon verzetten en winnen. Als dit het geval is, dan is nu het moment gekomen om te leren hoe je kunt vechten!
En let goed op met welke middelen wij het gevecht moeten leveren: “Want wij breken valse redeneringen af en elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God, en wij nemen elke gedachte gevangen …”
Misschien dat jij wel bepaalde gedachten hebt gehad tegen God. Dat is één van de doelen van Satan, als hij ons gevangenneemt in onreinheid. Hij wil dat wij boos worden op God of dat wij God ervan beschuldigen dat Hij ons zo slecht behandelt. En dus geeft Satan ons een wondermiddel: pornografie, seksuele onreinheid of andere gewoontezonden die onze gedachten beïnvloeden en waardoor wij God beginnen te beschuldigen: “U bent tegenover mij tekortgeschoten, want _______________.”
Satan weet dat zolang ons verstand beïnvloed wordt door onreinheid, wij duistere gedachten tegen God blijven koesteren en dat alle argumenten die tegen Hem ingaan, ons vasthouden in onze onreinheid. Het is een vicieuze cirkel geworden.
Dit zijn nu precies de gedachten (“elke hoogte die zich verheft tegen de kennis van God”) waartegen wij moeten leren vechten. Met het kruis als banier kun je niet anders dan overwinnen. De uitkomst staat vast, jouw overwinning is zeker door Jezus.
Vandaag is het ons doel dat wij twee dingen leren herkennen: de ernst van de situatie – wij leven in staat van oorlog – en de zekerheid van onze overwinning door Jezus – in Hem hebben wij de strijd al gewonnen.
In de rest van deze les zullen wij een voorbeeld zien van wat we nu net hebben besproken. Lees het volgende Bijbelgedeelte goed door en beantwoord dan de vragen die daarna volgen.
Toen kwam Amalek en bond de strijd aan met Israël in Rafidim. Mozes zei tegen Jozua: Kies mannen voor ons uit en trek op, bind de strijd aan met Amalek. Morgen zal ik op de top van de heuvel staan met de staf van God in mijn hand. Jozua deed zoals Mozes tegen hem gezegd had door de strijd aan te binden met Amalek. Mozes, Aäron en Hur klommen echter op de top van de heuvel. En het gebeurde, als Mozes zijn hand ophief, dat Israël de overhand had, maar als hij zijn hand neerliet, dat Amalek de overhand had. De handen van Mozes werden echter zwaar; daarom namen zij een steen en legden die onder hem, zodat hij erop kon gaan zitten. Aäron en Hur ondersteunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere kant. Zo bleven zijn handen onbeweeglijk, totdat de zon onderging. Zo overwon Jozua Amalek en zijn volk met de scherpte van het zwaard.
Exodus 17:8-13
Vraag 4. Hoeveel mensen stonden op de heuvel om tijdens de strijd te bemiddelen tussen de Israëlieten en God?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Vraag 5. Ook al vochten de Israëlieten in de strijd, wie was het die in werkelijkheid de strijd voor hen won?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.