De opdracht is om, als wij of lichamelijk of geestelijk ziek zijn, onze zonde aan elkaar te belijden en voor elkaar te bidden. Bel een oudste van jouw kerk en laat hem voor je bidden. De belofte is dat we dan genezen, vergeven en hersteld worden.
Als het gaat om lichamelijke ziekte, kan het zijn dat God ons meteen geneest en laat opstaan of dat Hij ons laat opstaan in de hemel waar wij voor altijd genezen zijn en nooit meer ziek zullen worden.
Als het gaat om geestelijke ziekte, is de belofte dat wij vergeving ontvangen (vers 15) en dat onze ziel gered wordt van de dood en dat onze zonden bedekt worden (vers 20). Let op de genade die voortkomt uit het belijden en het gebed en de voordelen die wij door deze genade ontvangen. Dat is inderdaad de belofte die gegeven wordt aan eenieder die zijn zonde belijdt:
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen. Welzalig is een mens die voortdurend diep ontzag heeft voor de HEERE, maar wie zijn hart verhardt, valt in het kwaad.
Spreuken 28:13-14
Vraag 4. Schrijf zowel de belofte als de waarschuwing op die je vindt in Spreuken 28:13-14?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Het is zo dat, als wij onze zonde toedekken – die verbergen in het donker – we dan geen voorspoed zullen hebben, niet zullen bloeien of vrijheid zullen vinden. Maar als wij ze belijden en nalaten, dan verkrijgen wij barmhartigheid.
Als wij ons inlaten met onreinheid, is het veel beter om onze zonde aan onze echtgenoten te belijden dan dat zij er zelf achter komen en dan wellicht details en beelden te zien krijgen, die hun in de weg staan om ons te kunnen vergeven. Dus het belijden is een must. Zie het als volgt: er kan wellicht maar een belijdenis staan tussen jou en de vreugde van Gods barmhartigheid en genade, het herstel van jouw huwelijk of van andere relaties en de voorspoed in de toekomst.
Dus zien wij zowel in dit Bijbelgedeelte als in Jakobus 5 de noodzaak om onze zonde aan elkaar te belijden. Dat is waar wij in deze les naar gaan kijken, waarbij wij in ons achterhoofd de belofte van barmhartigheid, vergeving, herstel en genezing houden.
De Bijbel onderwijst ons niet specifiek hoe wij onze zonden aan elkaar moeten belijden, hij draagt ons alleen op om dit te doen. Onze bediening heeft bij duizenden mensen gewerkt, vooral op dit gebied, en wij hebben verschillende dingen gezien die behulpzaam zijn en die de weg klaarmaken voor herstel terwijl wij andere dingen hebben gezien die dit in de weg staan.
Laten we het eerst hebben over verschillende hindernissen. Laten we er eens van uitgaan dat een man pornografie heeft gekeken of dat hij overspel heeft gepleegd. Hij ziet nu in dat er een noodzaak is om zijn zonde aan zijn vrouw te belijden. Sommigen hebben, in hun haast om alles wat hun relatie bedreigde en om verder te gaan naar genezing en herstel, alles als het ware uitgestort over hun vrouw in een grote bekentenis. Op die manier lijkt het alsof je jouw vrouw gebruikt als een grote vuilnisbak waarbij je werkelijk al jouw troep in een keer bij haar naar binnen gooit. Hoewel jij je wellicht daardoor beter voelt, zal zij in shock zijn en zich enorm belast voelen. Dat is een niet zo vriendelijke manier.
Vraag 5. Heb jij dit ook weleens zo gedaan of ervaren dat iemand anders dat bij jou deed? Hoe was dat?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Daniel schrijft: “Dit heb ik ook gedaan en ik besefte dat ik het om de verkeerde redenen gedaan had. Het ging alleen maar om mij en dat ik deze last van mijn schouders wilde hebben.”
Karac schrijft: “Dat heb ik heel vaak gedaan. Toen wij een paar jaar bij elkaar waren, vertelde ik mijn vrouw alles tot in alle details, omdat ik meende dat dat het was wat ik moest doen. Zij was daardoor gekwetst, terwijl ik niet kon begrijpen waarom zij het niet los kon laten omdat ik het had beleden. Pas na een tijdje begreep ik dat ik erg egoïstisch was en ongevoelig in de manier waarop ik het over haar had uitgestort. Daarna ging ik echter volledig de andere richting op. Ik beleed vervolgens helemaal niets meer, vanwege de angst dat ik haar daarmee zou belasten, overstuur zou maken en haar zou kwetsen. Ik moet dus leren te balanceren.”