Les 5. Vergeving: onze zondeschuld is betaald door Jezus

Vraag 3 en 4

Omdat Jezus ons en onze zwakheden kent (Hebreeën 4:15), gebruikt Hij een gelijkenis om ons een eeuwig perspectief te geven dat wij nodig hebben om te kunnen blijven vergeven. Laten wij het samen lezen:
“Daarom kan het Koninkrijk der hemelen vergeleken worden met een zeker koning die afrekening wilde houden met zijn dienaren. (24) Toen hij begon af te rekenen, werd er iemand bij hem gebracht die hem tienduizend talenten schuldig was. (25) En toen hij niet kon betalen, gaf zijn heer opdracht dat men hem zou verkopen, én zijn vrouw en kinderen en alles wat hij had, en dat de schuld betaald moest worden. (26) De dienaar dan knielde voor hem neer en zei: Heer, heb geduld met mij en ik zal u alles betalen. (27) En de heer van deze dienaar was innerlijk met ontferming bewogen, liet hem gaan en schold hem de schuld kwijt.” (Mattheüs 18:23-27).
Een gelijkenis is een verhaal dat ons een bepaalde moraal wil laten zien of in ons geval het principe van Bijbelse vergeving. In deze gelijkenis zien wij dat er een koning was met een dienaar die een grote schuld had. Het Griekse woord dat Jezus gebruikte om deze grote schuld te beschrijven, is “mýrioi” wat een oneindig groot getal betekent, een hoeveelheid die te groot is om geteld te kunnen worden.
Deze dienaar had dus een enorme schuld, maar hij had niet de middelen om die terug te betalen. Vervolgens gebood de koning, zoals toen heel gebruikelijk was, om deze schuldenaar te verkopen samen met zijn vrouw en kinderen; verkocht als slaven samen met al zijn bezittingen om daarmee een beetje van zijn verlies goed te maken.
Maar dan gebeurt er iets wonderlijks, wat alles verandert. De dienaar valt op zijn knieën en smeekt om genade! Bijzonder genoeg, heeft de koning medelijden met hem en hij laat de knecht vrijuit gaan en scheldt zijn schuld kwijt. De koning gaat niet in op het dwaze verzoek van de knecht om hem meer tijd te gunnen en geduld te hebben, zodat hij de schuld kan afbetalen. De koning weet dat het voor deze knecht niet mogelijk is om zo’n geweldige schuld terug te betalen en vanuit een daad van genade en nobelheid vergeeft de koning deze schuld die onbetaalbaar was. De dienstknecht wandelt het paleis uit, zonder schuld door het wonder van genade.

Vraag 3. Elke persoon in deze gelijkenis is niet echt, maar staat symbool voor iets of iemand. Voor wie staat de koning in deze gelijkenis symbool?

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.

Vraag 4. Voor wie staat de dienaar met de grote schuld symbool?

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.



Een Verenigd Front