“Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.” (Romeinen 6:11).
Wij hebben allemaal zonden die ons gemakkelijk in beslag nemen, maar als gelovigen willen wij niet in zonde leven. Wij willen door Christus geregeerd worden en niet door onze zonde (Romeinen 6:14). De onvermijdelijke vraag is hoe wij dan deze zonden kunnen afleggen die ons in ons dagelijks leven zo hinderen? Hoe kunnen wij die zonden overwinnen die al zo lang onze levens hebben beheerst?
In Romeinen 6 lezen wij dat, als wij samen met Christus sterven, dit betekent dat wij bevrijd worden uit de macht van de zonde. God heeft een eenheid tussen gelovigen en Christus tot stand gebracht (1 Korinthe 1:30). Op grond daarvan rekent God Christus’ dood aan het kruis als onze dood. Als wij de zonde afleggen die ons zo frustreert, moeten wij geloven dat wijzelf dood zijn. Wij moeten onszelf zien hangen aan het kruis, samen met Jezus, begraven in een graf, samen met Jezus. Dat wil zeggen: onze oude persoon, onze oude ik, stierf aan het kruis en werd begraven. Nu kunnen wij anders reageren op de verleidingen van de zonde, want wij rekenen onszelf dood voor de zonde en levend voor God.
Als wij fysiek sterven, dan kan ons lichaam niet meer reageren op prikkels en zo is het ook in onze eenheid met Christus in Zijn dood en opstanding. Wij rekenen onszelf dood voor de zonde en wij kunnen daar dan ook niet meer op reageren. Stel jezelf maar voor dat jij in een grafkist ligt. Opeens komen er allerlei zondige verleidingen rondom jouw grafkist. Hoe zou jij dan reageren? Dode mensen reageren niet op prikkels: “Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere.” (Romeinen 6:11).
Dat is wat wij ook laten zien in de doop met water: wij gaan onder in het water als een symbool dat wij met Christus begraven worden. Een begrafenis staat voor de dood. Onze oude “ik” stierf, onze oude identiteit stierf, onze oude labels stierven, onze oude manier van leven stierf! Wij zijn als een nieuwe schepping opgestaan, verenigd met Christus in heel ons leven.
Hoewel de dood verdrietig is, is onze geestelijke dood voor ons als gelovige een vreugdevolle zaak. Het betekent namelijk dat wij nu verborgen zijn in Christus (Kolossenzen 3:3). Onze dood in Christus betekent veiligheid en heiligheid voor ons. Het betekent dat de wereld, het vlees en de duivel geen zeggenschap meer hebben in onze harten, verstand en lichamen. Wij leven niet langer in zonde, wij zijn daarvoor gestorven. Wij zijn dood voor de aantrekkingskracht van de wereld. Wij zijn dood voor ons oude leven. Wij zijn dood voor onze oude labels die op ons geplakt zijn. Dat is geweldig goed nieuws van dat prachtige, verschrikkelijke kruis: wij stierven daar met Christus!
“Maar ik zal mij volstrekt niet beroemen op iets anders dan op het kruis van onze Heere Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij gekruisigd is, en ik voor de wereld.” (Galaten 6:14).