Dag 9. Verdrietig
Inleiding
“… op het tiensnarig instrument en op de luit, bij snarenspel op de harp.” (Psalmen 92:4).
Duizenden jaren geleden merkte Koning Salomo al op: “Ik heb gemerkt dat er voor hen niets beter is dan zich te verblijden en het goede te doen in hun leven,” (Prediker 3:12). Tot op de dag van vandaag zingen wij liederen over geluk en ondernemen wij reizen (fysiek en mentaal) naar plekken waar wij gelukkig zijn. Wij zoeken naar geluk in de natuur, bij elkaar, en in allerlei andere activiteiten. Het najagen van geluk wordt door velen gezien als een vanzelfsprekend en door God gegeven recht.
Maar hoe krijgen wij geluk, als onze omstandigheden duister zijn en wij ons verdrietig voelen? Wat doen wij, als wij het nieuws krijgen dat iemand van wie wij houden, gestorven is, of dat ons bedrijf failliet gaat, of dat onze relatie verbroken is, of dat ons lichaam ziek is?
Op een moeilijk moment in zijn leven en bediening schreef Paulus: “Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. (17) Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. (18) Wij houden onze ogen immers niet gericht op de dingen die men ziet, maar op de dingen die men niet ziet; want de dingen die men ziet, zijn tijdelijk, maar de dingen die men niet ziet, zijn eeuwig.” (2 Korinthe 4:16-18). Hij gaf een reden voor zijn moed en hoop te midden van moeilijke omstandigheden in 2 Korinthe 4:14: “Wij weten immers dat Hij Die de Heere Jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken en samen met u voor Zich zal stellen.”
Beste student, onze omstandigheden zijn niet altijd geweldig, maar als jij Hem “Die de Heere Jezus opgewekt heeft” kent, dan heb jij een vreugde die nooit eindigt. Jezus heeft aan het kruis machtig voor jou gewerkt en ook nu pleit Hij voor jou voor de troon van God. Om deze reden kun jij naar Hem kijken en het uitzingen van vreugde, omdat jij van God alle vreugde hebt ontvangen (Psalmen 65:11), of anders moet jijzelf het gevecht voor jouw leven onder ogen komen (1 Timotheüs 6:12-13).