Dag 10. Aanvaarding
Inleiding
“Door het geloof heeft Abel God een beter offer gebracht dan Kaïn. Daardoor kreeg hij getuigenis dat hij rechtvaardig was; dit heeft God met het oog op zijn gaven getuigd. En door dit geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is.” (Hebreeën 11:4).
Van jongs af aan willen wij allemaal aanvaard worden. Kleintjes doen vaak het gedrag na van hen die voor hen zorgen in een poging om aandacht en genegenheid te krijgen. Zij verlangen ernaar om aanvaard te worden. Oudere kinderen en tieners proberen wellicht hun ouders, onderwijzers of vrienden te plezieren door iets te zeggen of te doen waarmee zij hun goedkeuring verdienen. Sommigen van ons komen vervolgens zo vast te zitten in de hunkering naar liefde en aanvaarding dat wij later ontdekken dat wij dingen hebben gedaan waar wij spijt van hebben.
Het tragische is dat wij uiteindelijk ontdekken dat sociale aanvaarding ons niet volledig bevredigt. Het is tijdelijk en het schiet tekort. Wat wij werkelijk willen en wat we zo heel hard nodig hebben, is aanvaarding door God. Het enige probleem is dat wij weten dat wij niet aanvaardbaar zijn. De houding van ons hart en diverse daden zijn het bewijs dat wij Gods weg hebben verworpen en onze menselijke logica leert ons dat wij hiervoor Gods afwijzing hebben verdiend. Wat moeten wij dan doen?
Vanwege onze grote hunkering naar Gods onmeetbare liefde heeft Hij Jezus gezonden: “Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.” (2 Korinthe 5:21). De grote uitwisseling in het Evangelie is dat Jezus geleden heeft onder de gevolgen van onze zonden, opdat wij gerechtigheid werden voor God. Gerechtigheid worden wil zeggen dat het tussen God en ons goed is, jij bent aanvaard. Het betekent dat, als God nu naar jou kijkt, Hij ingenomen is met jou.