In Exodus 17 lezen wij over een gevecht dat plaatsvond tussen de Israëlieten en de Amalekieten in de vallei van Rafidim. Jozua voerde de soldaten aan in de strijd en Mozes ging samen met twee anderen, Aäron en Hur, naar de top van een heuvel om te bemiddelen voor de soldaten in de vallei daar beneden.
“Jozua deed zoals Mozes tegen hem gezegd had door de strijd aan te binden met Amalek. Mozes, Aäron en Hur klommen echter op de top van de heuvel.” (Exodus vers 17:10).
God liet de uitkomst van deze strijd afhangen van wat Mozes deed op de heuvel, of hij zijn handen omhoog hief of niet, in plaats van dat de uitkomst afhing van de strategie of de kracht van de soldaten die aan het vechten waren:
“En het gebeurde, als Mozes zijn hand ophief, dat Israël de overhand had, maar als hij zijn hand neerliet, dat Amalek de overhand had.” (Exodus vers 17:11).
Jij kunt je wel voorstellen dat de soldaten vermoeid raakten in de strijd en dat hun krachten minderden. Maar dat zij met frisse moed de strijd weer verder konden voeren, als ze zich omkeerden, omhoogkeken en deze drie mannen op de heuvel zagen, van wie de middelste de armen in overwinning had opgeheven,
Maar Mozes werd ook moe tijdens deze strijd. Zijn armen werden vermoeid, dus had hij de hulp van zijn broeders nodig om hem te helpen:
“De handen van Mozes werden echter zwaar; daarom namen zij een steen en legden die onder hem, zodat hij erop kon gaan zitten. Aäron en Hur ondersteunden zijn handen, de een aan de ene en de ander aan de andere kant. Zo bleven zijn handen onbeweeglijk, totdat de zon onderging.” (Exodus vers 17:12).
Dit verhaal leert ons twee belangrijke zaken:
Als wij in de strijd of in de bediening moe worden, dan kunnen wij ons keren naar de heuvel Golgotha. Dan zien wij daar drie mannen op de heuvel en Die in het midden heeft Zijn handen in overwinning omhooggestrekt. Deze blik op de Overwinnaar, onze Verlosser, zal ons nieuwe energie geven en ons kracht voor vandaag schenken.
Als wij moe worden van het goed doen, als onze armen naar beneden zakken van uitputting, dan moeten wij onze broeders en zusters toestaan om naast ons te komen staan en ons aan te moedigen om naar het kruis te kijken, terwijl zij onze vermoeide armen ondersteunen. Het lichaam van Christus wordt opgedragen: “Versterk de slappe handen, verstevig de wankele knieën; (4) zeg tegen onbedachtzamen van hart: Wees sterk, wees niet bevreesd! Zie, uw God! De wraak zal komen, de vergelding van God; Híj zal komen en u verlossen.” (Jesaja 35:3-4). Hij is gekomen om ons te redden in de persoon van Jezus en om ons en elkaar te versterken als wij naar Hem kijken.
“Zo overwon Jozua Amalek en zijn volk met de scherpte van het zwaard.” (Exodus vers17:13).
Mozes was opgelucht en werd aangemoedigd om Aäron en Hur naast zich te hebben om hem in zijn bediening te ondersteunen. De Israëlitische soldaten op hun beurt kregen kracht en energie door naar de heuvel te kijken en de man in het midden te zien die zijn handen omhoogstak in overwinning. Zo ook voor ons, als wij de vermoeidheid binnen voelen kruipen, terwijl wij het goede doen, dan kunnen wij onze ogen richten op Golgotha en zien hoe Jezus “… de overheden en de machten (heeft) ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd.” (Kolossenzen 2:15).