Dag 28. Strijd
Toelichting
“Maar ik roep u ertoe op, broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat u allen eensgezind bent in uw spreken, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat u hecht aaneengesmeed bent, één van denken en één van gevoelen. (11) Want mij is over u bekendgemaakt, mijn broeders, door de huisgenoten van Chloë, dat er ruzies onder u zijn.” (1 Korinthe 1:10-11).
In de kerk van Korinthe was sprake van twist en verdeeldheid. Mensen waren verdeeld over wie volgens hen de beste leraar was, wie zij zouden volgen, wiens gaven belangrijker waren, enzovoort.
Paulus doet iets prachtigs en productiefs als hij deze verdeeldheid en twisten aanspreekt. Hij rent meteen naar het kruis van Jezus! Hij zoekt hun aandacht en wijst hen terug naar Christus en Zijn dood aan het kruis, opdat zij nederig worden. Als hun aandacht door het kruis in beslag genomen wordt, herinneren zij zich dat zij geliefd zijn en als zij naar Jezus kijken, dan zullen zij in staat zijn “eensgezind” te zijn en is er van “scheuringen” geen sprake meer.
Let er nu eens op hoe Paulus de Korinthiërs naar het kruis van Christus leidt. Hij stelt een aantal retorische vragen en sluit af met een finale verklaring.
Retorische vragen: “Is Christus verdeeld? Is Paulus soms voor u gekruisigd?” (1 Korinthe 1:13). Als Christus niet verdeeld was, dan moet niemand dat in Zijn lichaam zijn. De manier om dat te voorkomen is dat de twistende partijen samenkomen aan de voet van het kruis. Als Paulus vraagt: “Is Paulus soms voor u gekruisigd?” dan vraagt hij hun om zich Jezus' dood aan het kruis te herinneren en te overwegen. Dat is wat hen verenigt (Johannes 17:22-23). Hij onderwijst hun om Jezus te volgen, Die voor hen stierf.
Definitieve verklaring: “want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.” (1 Korinthe 2:2).
Hier brengt Paulus het centrale thema van heel de Bijbel naar voren: Jezus Christus en Die gekruisigd. Hij was de Korinhtiërs aan het onderwijzen dat alles, ook hun twisten, ondergeschikt waren aan het Evangelie.