Les 9. Toepassing van het Evangelie: De veranderende kracht van de waarheid over Jezus
Vraag 1, 2 en 3
Goed om jou weer te mogen begroeten op deze volgende dag in de cursus. Vandaag gaan we verder met het tweede deel van de toepassing van het Evangelie, zoals we dat vinden in Romeinen 6.
Voordat we hiermee aan de slag gaan, wil ik stilstaan bij een heel belangrijke waarheid: alle waarheid over Jezus is waarheid die ons verandert. Dat betekent dat wij, als wij het Evangelie bestuderen, niet op zoek zijn naar nog meer informatie of dat we een aantal feiten leren. In plaats daarvan zijn wij op zoek naar verandering. Let maar eens op wat hierover in de Bijbel geschreven is:
De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt.
2 Korinthe 3:17-18
Vraag 1. Wat gebeurt er met hen die onder leiding van de Heilige Geest de heerlijkheid van de Heere zien?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Bij elke Bijbelstudie zouden wij “de heerlijkheid van de Heere” moeten zien. Dat wil zeggen: als wij de Bijbel bestuderen, zouden wij Gods majesteit moeten zien; wij zouden Zijn macht en pracht moeten zien; wij zouden Zijn glorie aan het kruis en in de opstanding van Jezus moeten zien; hoe Hij opsteeg naar de hemel waar Hij voor ons pleit.
Als wij zo de glorie van Jezus Christus zien, worden wij veranderd “naar hetzelfde beeld” en ontvangen wij vrijheid van de wet en van ons eigen vlees.
Het gaat ons dus niet om zomaar wat informatie of kennis, los van de toepassing. Informatie houdt geen verandering in. Wij zijn op zoek naar die verandering die vrede en vreugde in ons hart brengt en die vrijheid in onze levens geeft.
Vraag 2. Verlang jij in deze lessen om veranderd te worden? Deel hier jouw gedachten met ons.
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Vas schrijft: “Ik verlang er niet alleen naar, ik ben ten einde raad en wil het! Gedurende de jaren heb ik heel veel informatie verzameld, maar hierdoor is er geen enkele verandering in mijn leven tot stand gekomen. Wat het nog moeilijker maakte, was dat ik de juiste dingen zei waardoor de mensen mij als een goed christen behandelden. Hierdoor voelde het alsof ik in en buiten de kerk nog beter mijn best moest doen om net te doen, alsof ik het goed voor elkaar had.”
Laten wij verdergaan met het bestuderen van Romeinen 6 met de intentie van de verandering van ons denken; dát is ons doel. In de vorige les zagen wij hoe alle gelovigen verbonden zijn met Jezus Christus in Zijn dood, begrafenis en opstanding. Wij zagen dat wij één met Hem in Zijn dood zijn, zodat onze oude natuur, het lichaam van de zonde, volledig vernietigd is en wij, doordat wij dood zijn voor de zonde, hierdoor vrij mochten worden.
Wij identificeren ons niet langer met onze zonde, maar met onze Verlosser.
De apostel Paulus gaat nu verder met de toepassing van de waarheid van het Evangelie in onze harten en onze levens door ons specifiek op te dragen wat wij hiermee moeten doen.
Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:11-14
Vraag 3. Hoe wordt ons in het bijzonder opgedragen om het Evangelie in onze levens toe te passen (Romeinen 6:11)?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Vas schrijft: “Ik moet mijzelf dood voor de zonde rekenen en levend voor God in Christus Jezus. Daarom zal er geen reactie komen, als de zonde op mijn deur klopt; ik ben dood voor de zonde, dus waarom zou ik de deur opendoen? Het is net als een lijk, dat zal geen enkel antwoord geven hoe hard je ook schreeuwt. Als de verleiding mij eraan herinnert hoe ik vroeger zondigde, zeg ik: ‘Dat zal, maar die man is dood, dus praat je met de verkeerde persoon.’ Dat is waarom het zonder geloof onmogelijk is om Hem te behagen (Hebreeën 11:6), je moet geloven dat jij dood voor de zonde bent, omdat dat nu eenmaal zo is. Jezus zei: ‘het is volbracht’, de vraag is: geloof ik Hem?”
Moby schrijft: “In Romeinen 6:11 wordt als eerste aan ons gevraagd om onszelf dood te rekenen voor de zonde en levend voor God in Christus Jezus. Ik denk dat deze boodschap heel belangrijk is. We moeten niet langer denken dat wij geen macht hebben over de zonde of ons zondige leven. Wij mogen weten dat onze oude natuur gestorven is en dat wij nu in Christus Jezus leven en dat ons leven gericht is op God.”