Hier wordt ons geleerd om onszelf dood voor de zonde te rekenen en levend voor God. Dit betekent dat wij dit voor waar moeten aannemen en het als een feit moeten geloven. Wij moeten geloven dat onze oude mens, die van de zonde hield, gekruisigd en begraven is en dat wij met Christus gestorven zijn. Wij moeten het als een feit beschouwen dat, toen Jezus op de derde dag uit de dood opstond, wij ook opstonden in een nieuw leven. Daarom zijn wij dood voor de zonde en levend voor God en dit moeten wij voor waar aannemen en ernaar handelen.
Neem nu even een kort ogenblik en keer je tot het kruis, maar zie deze keer jouzelf daar hangen. Zie je hoe jouw oude zelf die begeerde en loog, die onrein en vuil was; zie hoe hij/zij aan het kruis genageld is, daar hangend onder de toorn van God? Hoor hoe jijzelf het uitschreeuwt: “In uw handen beveel ik mijn Geest” en zie dan hoe jij je hoofd buigt en jouw laatste adem uitblaast. Dat is de manier waarop Jezus stierf. Jouw oude mens, jouw oude natuur is met Christus gekruisigd.
Denk eens na over de toepassing van dit gedeelte op de manier waarop wij onze levens leiden. Als wij getroffen worden door de aandrang om toe te geven aan welke seksuele onreinheid dan ook, dan moeten wij onszelf dood rekenen voor deze aandrang. Zeg het hardop: “Met Christus ben ik gestorven!” Als wij verleid worden om aan een bepaalde afbeelding in ons geheugen toe te geven, dan kunnen wij onszelf zien hangen aan het kruis, een levenloos lichaam dat aan een moordenaarskruis hangt. Dit gaat verder dan alleen maar inbeelding, dit is ons werkelijk dood rekenen voor de zonde.
Op hetzelfde moment dat wij onszelf dood voor de zonde rekenen, mogen wij ons eraan herinneren dat wij levend zijn in God. Dat wil zeggen: als wij getroffen worden door een krachtige aandrang om onszelf te bevredigen, herinneren wij ons eraan dat wij zijn opgestaan in een nieuw leven en dat wij uit de graf van de zonde zijn opgestaan. Wij leven een leven dat van de troon van Jezus’ genade komt, zodat wij op het juiste moment hulp krijgen. Ons nieuwe leven is een opstandingsleven dat uit het graf van de onreinheid is opgestaan; dit leven heeft de macht over de duisternis, een leven dat doelbewust heel dicht bij Jezus blijft, Die “de Opstanding en het Leven” is. Wij geloven dat wij levend zijn voor God.
De waarheid is dat wij niet moeten wachten om onszelf dood te rekenen voor de zonde en levend voor God tot het moment dat een krachtige verleiding ons raakt. Wij moeten ons juist van tevoren voorbereiden. In werkelijkheid leven wij voortdurend in de realiteit dat wij dood zijn voor de zonde en levend voor God. Dat is de enige manier dat
Wij … altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee … dragen … , opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt.
2 Korinthe 4:10
Vraag 4. Zie jij de kracht van het op deze manier toepassen van het Evangelie? Ga jij vanaf nu ook doen wat de Bijbel ons opdraagt? Dat wil zeggen: jezelf dood rekenen voor de zonde en levend voor God? Deel hier jouw gedachten.
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Eamonn schrijft naar aanleiding van deze vraag: “Ja, dat ga ik doen. Ik ben er van ondersteboven dat ik nu voor het eerst inzie dat mijn zonde in Christus Jezus aan het kruis veroordeeld is en dat is waarover ik wil nadenken, als ik verleid word. Maar niet alleen dat, maar ook dat ik in Christus ben opgestaan en om een leven te leiden dat dood is voor de zonde.”
Rebecca schrijft: “Ja, ik kan met dit hoofdstuk helemaal instemmen, dat ik niet hoef te wachten totdat de aandrang de controle overneemt. Ik mag proactief zijn door mijzelf voor te bereiden en altijd te bedenken dat ik dood ben voor de zonde en levend voor God. Het beeld dat werd geschetst, heeft mij echt geholpen om een beeld te krijgen van wat het praktisch inhoudt om dood te zijn voor de zonde en levend voor God. Het feit dat ik niet langer een slaaf van de zonde ben, gaat in tegen alles wat ik geloofde over mijn zonde, dat ik er geen controle over had en dat zij mij had overmeesterd. In feite zijn dat allemaal leugens. Ik ben gestorven aan de zonde en ben overwinnaar over de zonde sinds mijn oude mens in Christus stierf en nu ik leef met Hem.”
Mike schrijft: “Inderdaad, het zal erg moeilijk zijn om voortdurend oude gedachtenpatronen te veranderen. Ik heb het altijd al moeilijk gehad met de gedachte van het ‘zelfbeeld’, omdat ik de waarheid over mijzelf weet, wat niet echt helpt om een ‘positief zelfbeeld’ te krijgen. Daarom ga ik dan de andere kant op, waarbij ik mijzelf vereenzelvig met al mijn fouten. Wat zo bevrijdend is in dit Bijbelgedeelte, is dat ik naar mijzelf moet kijken als in Christus: dood voor de zonde en levend voor God. Ik hoef mij niet voor te doen als een persoon met een positief zelfbeeld en ik hoef mijzelf niet met mijn zonde te laten labelen. Het gaat niet over mij, maar over wat Hij voor mij heeft gedaan.”
Moby deelt met ons: “Het is zoals ik al eerder zei: deze lessen raken mij diep. In het verleden heb ik dit Bijbelgedeelte meerdere keren gelezen, maar het is nooit binnengekomen hoe ik het in mijn leven moest toepassen. Ik voel mij bijna altijd hulpeloos, als ik verleid word. Soms … zeg ik tegen mijzelf dat ik geen controle over deze zonde heb. Soms … sluit ik mijn verstand af en laat mijn lichaam het overnemen. Maar juist dit gedeelte zegt tegen mij dat ik mijn lichaam dood voor de zonde moet rekenen. Het is de nieuwe mens die de controle heeft. Deze nieuwe mens is geen slaaf van de zonde. Geen slaaf van de pornografie. Geen slaaf van de zelfbevrediging en alle andere vormen van seksuele onreinheid. Deze nieuwe mens is nederig en geeft niet aan de trots toe. Deze nieuwe mens heeft zelfbeheersing. Ik ga vanaf nu echt doen wat dit Bijbelgedeelte mij opdraagt. Ik blijf mij eraan herinneren dat ik dood voor de zonde ben.”
Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen.
Romeinen 6:11-12
Vraag 5. Op welke manier is Romeinen 6:12 een natuurlijke uitkomst van Romeinen 6:11?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Karac schrijft: “Het is de logische conclusie. Je kunt iets wat dood is, niet de controle laten hebben en dat gehoorzamen – dat is gekkenwerk, belachelijk om iets wat dood is, jou te laten zeggen wat je moet doen, gewoon al omdat het niet eens kan praten.”
Denk nog maar eens terug aan de vorige les:
Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Romeinen 6:7
Als wij onszelf dood rekenen voor de zonde, dan laten we de zonde niet langer heersen over ons lichaam en zullen wij niet toegeven aan de zondige verlangens.
Om het duidelijk te stellen: dit regeren van de zonde in ons leven is wat de wereld verslaving noemt. Als wij dezelfde zonde iedere keer opnieuw doen, dan regeert de zonde.
Ik was eraan gewend dat ik elke keer dat ik overbleef op mijn werk als piloot, toegaf aan seksuele onreinheid met anderen en pornografie keek. Het is juist hiervoor dat ik mijzelf volledig dood moet rekenen. Wij moeten de zonde niet in onze levens laten regeren, maar in plaats daarvan moeten wij ons onderwerpen aan onze Koning Jezus. Hij is onze nieuwe Koning en Zijn heerschappij over onze levens is een heerschappij van liefde, vrede, vreugde en tevredenheid.
Het oude gezegde “nieuwe heren, nieuwe wetten” schiet mij nu in gedachten. Wij zijn gestorven voor onze oude heer, dus hij regeert niet langer over ons. Wij zijn opgestaan in een nieuw leven en hebben een nieuwe Heer en Hij regeert met genade en geeft vrijheid. In werkelijkheid zou de uitdrukking moeten zijn: “nieuwe heren, nieuwe liefde!”
En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God.
Romeinen 6:13
Vraag 6. Wat wordt ons specifiek opgedragen te doen met alle delen van de leden van ons lichaam?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.