Je herinnert je misschien dat binnen in de ark van het verbond een kopie van de wet lag. In wezen bevatte zij de twee stenen tafelen waar de Tien Geboden op geschreven stonden. De eerste stenen tafelen waar God op geschreven had (Exodus 31:18), waren door Mozes kapot gegooid, toen hij woedend was over de ongehoorzaamheid van het volk van Israël, toen hij terugkwam van de berg (zie Exodus 32). Mozes moest toen weer de berg opgaan en ontving twee nieuwe stenen tafels waar dezelfde wet op stond (Exodus 34:1-14). Deze “gebroken wet” die op de nieuwe stenen tafels stond, werd in de ark geplaatst om aan Gods heilige eisen te herinneren en ook aan de zondige opstand van het volk. Maar meteen boven deze gebroken wet was het verzoendeksel. Het verzoendeksel bedekte de gebroken wet. Het herinnert ons eraan dat, nadat Jezus de reiniging van onze zonden aan het kruis tot stand heeft gebracht, Hij
Zich gezet (heeft) aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen.
Hebreeën 1:3
Hij zit nu op de“troon van de genade” (Hebreeën 4:16). Is dat niet kostbaar en prachtig?
Maar er is nog meer: het bloed van het offer werd op het verzoendeksel gesprenkeld, zodat bloed en genade de gebroken wet bedekten. Denk daar eens over na. Dat is Gods manier om ons te laten zien dat onze zonden (alles waarmee wij de wet gebroken hebben) bedekt worden met het door bloed besprenkelde verzoendeksel.
Tot slot hoop ik dat jij in het Bijbelgedeelte dat aangehaald werd, zag dat de aanwezigheid van God tussen de twee Cherubs was die neerkeken op het verzoendeksel. Het is een manier om te zeggen dat het met bloed besprenkelde verzoendeksel Gods zicht op de gebroken wet tegenhield. En Jezus is ons verzoendeksel!
God ziet ons zondaars, degenen die Zijn wet gebroken hebben, door het bloed van het kruis. Daarom ziet Hij jouw zonde niet, maar in plaats daarvan ziet Hij het werk aan het kruis van Zijn Zoon. Hij ziet het bloed, Hij ziet het verzoendeksel.
Denk in Uw toorn aan ontferming!
Habakuk 3:2
Beste student, weet dat als jij gelooft in Jezus, jouw terugvallen je positie voor God niet zullen veranderen. Jij bent niet minder rechtvaardig en niet minder geliefd. Jezus kent jouw zwakten en heeft veel genade voor jou. Hij zegt tegen jou wat Hij ook tegen de Apostel Paulus zei, toen Paulus had gebeden dat de “doorn in het vlees” weggenomen zou worden:
Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.
2 Korinthe 12:9
Ontvang Gods genade voor jou, verheug je erin en dank Hem voor deze genade.
Vraag 9. Kun jij hier aangeven wat het voor jou persoonlijk betekent dat Jezus jouw verzoendeksel is?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Vas schrijft: “Het geeft mij enorme zekerheid! Maar niet in mijzelf, maar in Hem! Dat is de sleutel om consistent te leven! Als ik mijn zekerheid stel op mijn eigen inspanningen, dan voel ik mij het ene moment dicht bij God en het andere moment voel ik afstand, het hangt ervan af hoe het gedurende de dag met mij gaat. Maar omdat ik mijn vertrouwen stel op de Rots Die groter is dan ik, zijn mijn geloof en leven zeker en consistent, omdat ze gebaseerd zijn op Degene Die de Rots is.”
En als jij een gelovige in Jezus bent, dan zul je weer opstaan, ook als je in zonde valt:
want al valt een rechtvaardige zevenmaal, hij staat weer op, maar goddelozen struikelen in onheil.
Spreuken 24:16
Zowel gelovigen als ongelovigen vallen en komen tekort, maar de gelovigen staan weer op. Bedenk: de heiliging die God aan alle gelovigen schenkt, is een levenslang proces. Er zijn perioden in het leven waarin we herhaaldelijk vallen en zo zelfs dat we volledig onderuitgaan. Maar God heeft nog meer genade voor ons (Jakobus 4:6) en Hij zal Zijn liefde aan ons bewijzen keer op keer. Net als de Israëlieten in fasen het beloofde land binnen werden geleid (Numeri 33:1-2), zo groeien ook wij in het lijken op Christus (2 Korinthe 3:18); soms gaat het snel en soms langzaam. Maar ondertussen geeft Hij meer genade aan ons als we zwak zijn, helpt ons overeind als wij vallen, helpt ons om afhankelijker van Hem te worden en verandert ons langzamerhand naar Zijn beeld. Kortom: jij hebt een Voorspraak bij de Vader als jij zondigt (1 Johannes 2:1). Hij heeft Gods toorn van jou weggenomen, toen Hij aan het kruis stierf en nu is Hij jouw Voorspraak, jouw Middelaar, jouw “Verzoendeksel”, Degene Die jouw zonde met Zijn bloed heeft bedekt. Hij beschermt jou op deze manier, omdat Hij van jou houdt. Hoe Hij van jou houdt! Laat Zijn liefde diep inwerken in jouw hart, want het zal jou diep van binnen veranderen. Om dit te bewijzen: neem even een moment om te zien wat Jezus kan doen! Kijk eens naar dit (Engelstalige) getuigenis van deze vrouw die op een krachtige en liefdevolle manier bevrijd is van het aangetrokken zijn tot hetzelfde geslacht.
Vraag 10. Wat zijn jouw laatste gedachten naar aanleiding van deze les?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Moby schrijft: “Een van de manieren waarop de duivel mensen zoals mij vast laten zitten in seksuele zonde, is door ons enorm schuldig te laten zijn als wij vallen. Veelal leidt een misstap tot meerdere misstappen in mijn leven, omdat ik overweldigd wordt door het gevoel dat ik tekortschiet. Maar deze les heeft mijn ogen geopend om te zien dát ik ook tekortschiet. Maar er is Iemand Die voor mij pleit. Dus hoef ik niet langer weggezogen te worden door de zonde, zelfs als ik val. God heeft de prijs al voor mij betaald en ik hoef niet langer een slaaf te zijn van schuld of van de aantrekkingskracht van mijn vlees.”
Vas schrijft: “Ik ben enorm gezegend om eraan herinnerd te worden dat heiliging een levenslang proces is en dat wij nooit volmaakt zijn, totdat wij in de eeuwigheid aangekomen zijn. Ook dat heiliging een langzaam en soms frustrerend proces kan zijn, maar dat we niet moedeloos moeten zijn, omdat wij een Voorspraak bij de Vader hebben. Eén Die sterk genoeg was om de straf voor de zonde aan het kruis te verduren en Die sterk genoeg is om mij door het leven heen te leiden.”
Paul schrijft: “Ik ben zo gericht geweest op mijzelf. Ik dacht dat het alleen maar om mijn zonden ging. Ik dacht dat ik ermee weg kon komen en dat ik terug bij God kon komen, als ik eenmaal van deze gebondenheid bevrijd was. Maar Jezus zegt: ‘Ik ben de weg.’ Ik dacht altijd dat die weg de weg naar de hemel was. Maar deze weg is eerst de weg uit de zonde.
Het leven in de zonde, het leven van het vlees, is op een eenzame plaats, namelijk het eiland ‘Ik’. De gedachte aan zon en eindeloze, mooie stranden was de reden waarom ik daarheen ben gegaan. Op dat eiland zijn, sinds ik daar ben aangekomen, alleen maar tropische stormen, de zee is woest en de lucht is voortdurend duister; er zijn bliksemschichten, de storm raast en de regen en de stormen zijn bedreigend. Een prachtig jacht gaat regelmatig daar op bezoek en als ik eindelijk besluit om aan boord te gaan en dat verschrikkelijke eiland achter mij te laten, ontmoet ik de kapitein. Het is Jezus. Jezus navigeert en haalt mij daar weg, weg van dat leven in zonde.”