Les 3. Gods doel met de slavernij aan de zonde: gebroken en vernederd worden

Vraag 6 en 7

Hier is het volgende deel van Psalmen 51 waar wij over na willen denken:
"Want ík ken mijn overtredingen, mijn ​zonde​ staat mij voortdurend voor ogen. (6) Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U ​rechtvaardig​ bent wanneer U rechtspreekt en ​rein​ bent wanneer U oordeelt. (7) Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in ​zonde​ heeft mijn moeder mij ontvangen." (Psalmen 51:5-7).
Zie jij ook dat David naast God gaat staan en daarmee tegenover zichzelf? Hij verdedigt zichzelf niet en beschuldigt niet langer anderen, hij erkent zijn eigen zonde en stemt in met Gods oordeel dat hij schuldig is. Dit is een van de eerste tekenen dat God echt aan het werk is in een persoon en dat de Heilige Geest Zijn werk doet om iemand te “… overtuigen van ​zonde, van ​gerechtigheid​ en van oordeel …” (Johannes 16:8). Hij stopt met het wijzen naar en beschuldigen van zijn vrouw, zijn ouders, zijn verleden, enzovoort, maar in plaats daarvan roept hij gewoonweg tot God om genade.
De Heilige Geest overtuigt ons van zonde die we gedaan hebben, van gerechtigheid die wij nodig hebben, en van oordeel dat ... we verdienen.

Vraag 6. Wat zou jij willen bidden samen met David naar aanleiding van Psalmen 51:5-7?

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Patrick schrijft: “God, ik kan niet op eigen kracht aan mijn zonden ontkomen. Het maakt niet uit waar ik naartoe ga, het achtervolgt mij voortdurend. Dit kwaad dat ik gedaan heb, heb ik tegen U en U alleen gedaan. U hebt dat wat ik gedaan heb, veroordeeld als iets kwaads en U staat in Uw recht om mijn daden te oordelen voor wat zij zijn. Wat u ook beslist, ik kan mijzelf niet beklagen, want U alleen bent rechtvaardig. Ik ben van nature een zondaar. Ik was al een zondaar nog zelfs voordat ik geboren werd!”
Moby schrijft hier: “Ik bid dat U mij wilt vergeven en mij weer terugbrengt bij U. Vanwege mijn zondige natuur kan ik niet op eigen kracht bij U komen. Vader in de Hemel, Ik heb gevraagd om reiniging en dat ik schoongewassen mag worden. Vader, neem deze ketenen van mij, die mij al zo lang hebben gebonden. Laat de waas die mijn ogen bedekt, zodat ik U niet kan zien, toch weggetrokken worden. Dat ik toch zo dicht mogelijk mag uitkomen bij hoe U mij wilt hebben.”
Vas schrijft: “Heer, ik kan U niet de schuld geven. Ik kan mijn ouders, de kerk en ook mijn genen niet de schuld geven. Laat mij dat toch beseffen en zorg ervoor dat mijn vijand mij nooit anders zal laten denken. Ik en ik alleen heb tegen u gezondigd en dit kwaad in uw ogen gedaan. Ik verdien het om te sterven, ik verdien het oordeel en ik verdien de straf. Help mij toch dat ik niet de zonde blijf koesteren, maar help mij om haar te zien zoals U haar ziet. Help mij om haar te haten met een vurige haat.”
"Zie, U vindt vreugde in waarheid in het binnenste, in het verborgene maakt U mij wijsheid bekend. (9) Ontzondig mij met ​hysop, dan zal ik ​rein​ zijn, was mij, dan zal ik witter zijn dan sneeuw." (Psalmen 51:8-9).
Hier lezen wij Davids hartenwens om rein te zijn. Hij besefte dat zijn zonde onreinheid was en dat dat zijn hart bevuild had, dus vroeg hij hier om gewassen en gereinigd te worden van zijn zonde en dat hij witter dan sneeuw zou worden.

Vraag 7. Opnieuw heb je hier ruimte om door te gaan met jouw eigen gebed, waarbij je Davids gebed in Psalmen 51:8-9 als voorbeeld gebruikt. Schrijf hier maar uit wat je tegen God wilt zeggen.

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Vas schrijft hierover: “En toch heb ik mijn hele leven gehoord van Eén Die mij kon helpen. Hij is uw eigen Zoon, Jezus Christus. Hij was volmaakt, vol liefde, vol ontferming, geweldig, begripvol en had welke andere goede menselijke deugd dan ook. Maar Hij werd gestraft, Hij werd geslagen vanwege mijn zonde, voor mijn verschrikkelijke daden werd Hij afschuwelijk geslagen. En toch, toch droeg Hij dit alles en toen Hij aan het kruis hing, zag Hij, vooruit in de tijd, mij hier zitten. En Hij besloot dat het dit echt waard was. Dank U, Jezus!”
Puur Leven