Les 3. Gods doel met de slavernij aan de zonde: gebroken en vernederd worden

Vraag 8

Davids gebed werd beantwoord aan het kruis en dat geldt ook voor jouw gebed. Aan het kruis opende God een fontein van waaruit reiniging plaatsvond zodat zelfs een persoon zoals ikzelf, iemand die bevlekt en onrein was, mocht komen en gewassen en gereinigd mocht worden. “Op die dag zal er een ​bron​ geopend worden voor het ​huis​ van ​David​ en voor de inwoners van Jeruzalem tegen de ​zonde​ en tegen de ​onreinheid.” (Zacharia 13:1).
Kijk nu naar het kruis van Jezus. Zie jij hoe Hij jou wast van elke zonde, dat Hij jouw vuil wegwast met Zijn eigen bloed en dat Hij jou “witter dan sneeuw” wast? Dat is wat er echt is gebeurd en het is er nog steeds voor jou om het te geloven.
In het eerste hoofdstuk van Jesaja nodigt God de mensen uit om samen een rechtszaak met Hem te houden. Hij zegt:
“Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE. Al waren uw ​zonden​ als ​scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol.” (Jesaja 1:18).
Deze rechtszaak is 700 jaar later volledig beslecht aan het kruis van Jezus Christus. Daar heeft Jezus onze scharlakenrode zonden gewassen met Zijn rode bloed en nu is iedereen die in Hem gelooft, witter dan sneeuw; dat wil zeggen: hij is rechtvaardig en heilig, rein en puur geworden. “in het lichaam van Zijn vlees, door de dood, om u ​heilig​ en smetteloos en onberispelijk voor Zich te plaatsen,” (Kolossenzen 1:22).
Tot slot bidt David:
"Doe mij vreugde en blijdschap horen; laat de beenderen zich verheugen die U verbrijzeld hebt. (11) Verberg Uw aangezicht voor mijn ​zonden; delg al mijn ongerechtigheden uit. (12) Schep mij een ​rein​ ​hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. (13) Verwerp mij niet van voor Uw aangezicht en neem Uw ​Heilige​ Geest​ niet van mij weg. (14) Geef mij de vreugde over Uw heil terug, ondersteun mij met een geest van vrijmoedigheid. (15) Dan zal ik overtreders Uw wegen leren en zondaars zullen zich tot U bekeren." (Psalmen 51:10-15).

Vraag 8. Schrijf hier jouw gebed naar aanleiding van Davids gebed in Psalmen 51:10-15 verder uit:

Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.
Patrick schrijft hier: “God, breng toch de vreugde terug naar deze gebroken man. Kijk niet langer naar mijn zonde, verwijder haar volledig van voor uw gezicht. Geef mij een hart dat zich niet verzet tegen Uw genade en Uw stem. Geef mij toch het doorzettingsvermogen dat van U uitgaat, zodat ik trouw blijf. Verlaat mij niet en neem Uw aanwezigheid niet weg. Geef mij de vreugde en de passie terug die ik eens in U had gevonden. Geef mij het uithoudingsvermogen om deze race te rennen, zodat als U mij geneest, ik anderen kan helpen om te genezen.”
Vas schrijft: “Help mij om de teugels los te laten Heer, ik zeg wel dat ik ze los wil laten, maar diep van binnen ben ik erg bang. Ook al heb ik mijzelf mijn hele leven teleurgesteld, toch vertrouw ik alleen maar mijzelf. Ik weet dat dat dwaas is, maar dit is de waarheid. Help mij toch, God! Vernieuw mijn hart, een hart dat zo vol liefde voor U is, dat mensen zullen stoppen om te kijken wat er aan de hand is. Een hart dat zo verknocht is aan U, dat ook al zou de hele wereld zich tegen U keren, ik als een rots midden in de rivier zou zijn. Dat U toch mijn vreugde, mijn hoop, mijn alles bent! En dat u toch nooit meer vervangen mag worden door iets of iemand anders! Niet door zonde, familie en zelfs niet door mijn vrouw.”
Puur Leven