Les 55. Bevrijd om te aanbidden: Jezus haalt de aanbidding uit onze harten tevoorschijn
Vraag 4
Jezus vergelijkt “dit water” met “het water dat Ik hem zal geven”. Jezus trapt vervolgens een open deur in, als Hij zegt: “Ieder die van dit water drinkt, zal weer dorst krijgen.” Maar wat wij gaan ontdekken, is dat Jezus “dit water” uit de Samaritaanse bron gebruikt als een metafoor voor het zondige leven van deze vrouw. Zij probeerde de dorst van haar ziel te lessen op een manier die haar niet zou bevredigen, erger nog, zij zou “weer dorst krijgen”.
“De vrouw zei tegen Hem: Heere, geef mij dat water, opdat ik geen dorst meer zal hebben en niet hier hoef te komen om te putten.” (Johannes 4:15).
Nog steeds denkend in fysieke termen, heeft zij nog geen verbinding gelegd tussen haar leven en het fysieke water of tussen Jezus en het “water” dat haar dorst zou lessen en daarbij haar het eeuwig leven zou schenken.
Er was namelijk iets in het leven van deze vrouw wat haar ervan weerhield om de geestelijke waarheid te begrijpen. “Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden.” (1 Korinthe 2:14).
Om de Geest te kunnen ontvangen, moet zonde aangesproken en beleden worden en Christus moet ontvangen worden.
“Jezus zei tegen haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. (17) De vrouw antwoordde en zei tegen Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tegen haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man, (18) want vijf mannen hebt u gehad en die u nu hebt, is uw man niet; dat hebt u naar waarheid gezegd.” (Johannes 4:16-18).
Vraag 4. Wat laat Jezus nu van Zichzelf zien aan deze vrouw?
Log in / maak een account aan om u in te schrijven of verder te gaan waar u gebleven was.